Werken met de machine
10.7
Op het veld
1. 3-puntshydraulica van de tractor volledig
neerlaten en starten.
2. Wanneer de werkdiepte is bereikt, de 3-
puntshydraulica optillen tot de machine
horizontaal staat.
3. Op de wendakker de ploeg via de 3-
puntshydraulica maximaal optillen.
4. Bedien tractorregeleenheid groen.
Ploeg volledig draaien.
→
5. Na de wendakker de ploeg via de 3-
puntshydraulica neerlaten.
6. Na de 2e voor de instellingen controleren.
De machine moet tijdens het werken
parallel met de grond zijn uitgelijnd.
De topstang moet in het algemeen
vooraan in het sleufgat zitten
→
voor ontlasting van het combiwiel
→
minder slip, betere aandrijving
Bij sterk glooiend terrein moet de
topstang in het midden van het
sleufgat staan.
→
voor een beter volgen van de
bodemcontour
Voordat bochten machine optillen.
72
Cayron BAG0132.13 06.21