Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Condenswater; Drukverschil; Verbrandingsluchttoevoer-/Verbrandingsgasafvoersys- Teem; Verticaal Deel - bulex Thermomaster 18/25 -A Installatie- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5 Installatie
5.4

Condensafvoerleiding aansluiten

1
Neem de hier beschreven aanwijzingen alsook wettelijke
richtlijnen en plaatselijk geldende voorschriften m.b.t. de
condensafvoer in acht.
Gebruik PVC of een ander materiaal dat voor het afvoe-
ren van de niet-geneutraliseerde condens geschikt is.
Als u niet kunt garanderen dat de materialen van de af-
voerleidingen geschikt zijn, installeert u een systeem
voor de neutralisering van het condenswater.
Zorg ervoor dat de condensafvoerleiding niet dicht met
de afvoerslang verbonden is.
Sluit de condenswatersifon (1) aan. Gebruik hiervoor de
meegeleverde kunststofslang.
5.5

Aftapkraan aansluiten

Sluit een slang aan de aftapkraan (1) aan en leid het vrije
einde van de slang naar een geschikt afvoerpunt.
5.6

Verbrandingsgasafvoersysteem

5.6.1

VLT/VGA monteren

Opgelet!
Vergiftigingsgevaar door lekkende rook-
gassen!
Vetten op basis van minerale olie kunnen de
pakkingen beschadigen.
Om u te helpen bij het monteren kunt u
water of in de handel verkrijgbare zeep
gebruiken in de plaats van vetten.
14
5 %
50 mm/1m
1.
Zorg dat tussen de bocht en het eindstuk van de lucht-
verbrandingsgasdoorvoer een klein niveauverschil be-
staat van 5 %, zodat het condenswater naar het product
kan teruglopen.
2.
Installeer de verbrandingsgasbuis met behulp van de
installatiehandleiding die in de leveringsomvang van de
VLT/VGA voorhanden is.
Voorwaarden: Uitstroming van de verbrandingsgassen bevindt zich min-
stens 1,80 m boven de vloer.
Installeer een beschermingsset voor de uitvoering.
5.6.2
Gezamenlijk verbrandingsluchttoevoer-
/verbrandingsgasafvoersysteem
De statische druk in de gezamenlijke verbrandingsgasafvoer
kan de statische druk in het gezamenlijke luchtkanaal over-
schrijden.
Het gezamenlijke verbrandingsluchttoevoer-/verbrandings-
gasafvoersysteem moet de volgende eigenschappen heb-
ben:
De windbeveiligingsvoorziening van de verbrandings-
lucht-/verbrandingsgasbuis moet zo geconfigureerd zijn,
dat bij wind een onderdruk in de verbrandingsgasleiding
opgewekt wordt.
Drukverschil tussen verbrandingsgasafvoer en luchttoe-
voer bij de ingang in het verticale deel van het verbran-
dingsluchttoevoer-/verbrandingsgasafvoersysteem:
max. +25 Pa
Minimaal toegestaan drukverschil tussen verbrandings-
gasafvoer en luchttoevoer bij de ingang in het verticale
1
deel van het verbrandingsluchttoevoer-/verbrandingsgas-
afvoersysteem:
min. −200 Pa
Het verticale deel van de verbrandingsgasafvoer moet
minimaal overeenkomen met de classificatie EN 1443 –
T 120 P1 W 1.
De verbrandingslucht-/verbrandingsgasbuis moet met ge-
bruik van een berekening volgens EN 13384-2 gepland
zijn.
Verticale afstand tussen twee verbrandingsgasaansluitin-
gen:
min. 2,5 m
Om uitdrogen van de condenswatersifon te voorkomen,
moet het condenswater uit het verticale deel, dat boven
de warmteopwekker ligt, evenredig (min. 10%) door de
warmteopwekker afgeleid worden.
Via windinwerking mag maximaal 10% van het verbran-
dingsgas in het luchtkanaal recirculeren.
De verbrandingslucht-/verbrandingsgasbuis mag geen
overstroomopening hebben.
Installatie- en onderhoudshandleiding Thermomaster 0020199146_04

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave