Gebruikershandleiding
•
Controleer of u zich binnen het bereik van een Wi-Fi-netwerk bevindt. Als u verbinding maakt met een thuisnetwerk,
controleer dan of u verbinding kunt maken met andere draadloze apparaten. Als u verbinding maakt met een zakelijk Wi-
Fi-netwerk of een hotspot, neem dan contact op met uw beheerder of een werknemer bij de hotspot.
•
Controleer of de tijd op uw smartphone met de netwerktijd is gesynchroniseerd. Als de tijden verschillend zijn, kan uw
smartphone mogelijk geen verbinding maken (bijvoorbeeld als uw een certificaat op uw smartphone nodig hebt om
verbinding te kunnen maken en dit certificaat een vervaldatum heeft).
•
Als het Wi-Fi-netwerk niet wordt weergegeven in de toepassing Wi-Fi instellen, is het netwerk mogelijk verborgen. Probeer
handmatig verbinding met het Wi-Fi-netwerk te maken als u de netwerknaam weet.
•
Controleer in de toepassing Wi-Fi of de opties voor het Wi-Fi-netwerk juist zijn. Raadpleeg de documentatie die u hebt
ontvangen bij uw router voor informatie over welke opties u dient te gebruiken bij een thuisnetwerk; voor een zakelijk Wi-
Fi-netwerk, dient u contact op te nemen met uw beheerder; voor een openbare hotspot, dient u contact op te nemen met
een werknemer bij de hotspot. Zij hebben mogelijk meer informatie over het tot stand brengen van een verbinding.
•
Als u handmatig van Wi-Fi-netwerk bent veranderd, schakel dan over op een ander Wi-Fi-netwerk of stel uw smartphone in
op het zoeken naar beschikbare Wi-Fi-netwerken.
•
Als uw e-mailaccount gebruikmaakt van een BlackBerry® Enterprise Server kan uw smartphone verbindingen met bepaalde
draadloze toegangspunten blokkeren. Neem voor meer informatie contact op met uw beheerder.
•
Als u de methode Instelling knop gebruikt, dient u te controleren of het toegangspunt geschikt is voor Wi-Fi Protected
Setup™ en of de instelling voor het verzenden van het profiel is ingeschakeld. Controleer of er geen ander toestel is dat
tegelijkertijd verbinding probeert te maken en of de modus niet is geactiveerd op andere netwerktoegangspunten binnen
het bereik. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die u hebt ontvangen bij uw router.
•
Als u PEAP, EAP-TLS, EAP-FAST, EAP-TTLS of EAP-SIM gebruikt om verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk, controleer
dan of u het hoofdcertificaat hebt geïnstalleerd voor de server van de certificeringsinstantie die het certificaat voor de
verificatieserver heeft gemaakt. Het certificaat moet naar uw smartphone worden overgebracht voordat u verbinding kunt
maken met het netwerk. Neem voor meer informatie contact op met uw beheerder.
•
Maakt u gebruik van EAP-TLS om verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk, controleer dan of u uw certificaat voor
verificatie aan uw smartphone hebt toegevoegd. Het certificaat moet naar uw smartphone worden overgebracht voordat u
verbinding kunt maken met het netwerk. Neem voor meer informatie contact op met uw beheerder.
Verwante informatie
Een netwerkverbinding in- of uitschakelen, 253
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk, 260
Handmatig verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk, 260
Een netwerkverbinding in- of uitschakelen, 253
266
Verbindingen beheren