Lenzen gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar)
•
Als u de ingebouwde flitser gebruikt, kunnen de buitenste randen van het
beeld (vooral rechtsonder) donkerder worden.
•
Als u de telelens gebruikt, stelt u de camera in op de maximale telelens.
Bij andere zoominstellingen lijkt het alsof de hoeken van het beeld zijn
afgesneden.
•
Gebruik het scherm voor de opname. Als u de zoeker gebruikt voor de
opname, blijft een deel van het beeld verborgen achter de hulpstukken.
De modus 8 is niet beschikbaar.
•
•
Gebruik een lensblazer om alle stof en vuil zorgvuldig te verwijderen van
de telelens voordat u deze gebruikt.
Als u opnamen maakt in de modus L terwijl u deze lenshulpstukken
•
gebruikt, kunt u NIET de meegeleverde software gebruiken om de
beelden weer samen te voegen.
180
Bevestig de telelens.
●
Draai de lens in de richting van de pijl
totdat deze goed vastzit aan de camera.
Wijzig de telelensinstellingen.
●
Schakel de camera in.
●
Druk op de knop n om het tabblad 4
te openen en selecteer [Converter].
Druk vervolgens op de knoppen qr
om [TC-DC58D] te selecteren.
Als [IS modus] op [Uit] is ingesteld,
is het niet nodig om telelensinstellingen
te maken.
Als u de telelens van de camera haalt,
moet u de telelensinstelling terugzetten
op [Geen].