De camera-instellingen wijzigen
De digitale horizon kalibreren
Als u denkt dat de cameraopnamen niet waterpas zijn, kalibreert u de digitale
horizon.
Als u via de rasterlijnen
u de digitale horizon nauwkeuriger kalibreren.
De digitale horizon herstellen
Hiermee hestelt u de standaardwaarden van de digitale horizon. Als u de
digitale horizon niet hebt gekalibreerd, kunt u deze ook niet herstellen.
168
(p. 172)
controleert of de camera waterpas is, kunt
Houd de camera recht.
●
Bevestig de camera op een statief
en controleer of deze waterpas is.
Kies [Kalibreren].
●
Kies [Digitale horizon] en druk daarna
op de knop m.
●
Druk op de knoppen op of draai aan
de controleknop Ê om [Kalibreren]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop m.
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
Kalibreer de digitale horizon.
Druk op de knoppen qr of draai aan de
●
controleknop Ê om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op m.
Herstel de digitale horizon.
●
Voer stap 1 hierboven uit om [Reset]
te selecteren en druk op de knop m.
●
Nadat de digitale horizon is hersteld,
keert u terug naar het menuscherm.