5.6 Aanslijpen van de messen
Voor een optimale hakselkwaliteit en een geringe vermogensopname dienen de
messen geregeld te worden geslepen. Het slijpen moet dagelijks meerdere keren
geschieden.
Bediening van de slijpinrichting
Aftakas inschakelen op ca.
580 omw/min;
Voorzetstuk is
uitgeschakeld!
Beschermdeksel
ontgrendelen.
Afsluitdeksel vergrendelen en tegen
onbedoeld omlaag vallen borgen.
Contramoer van de slijpinrichting
losdraaien.
Handgreep net zo lang in de richting
van het meswiel draaien, tot de
slijpinrichting aanligt. Tevens de
slijpschijf een ¼ slag tegen het
meswiel draaien.
Belangrijk!
Tijdens het slijpen moet de
slijpsteen meedraaien! Toerental
aanpassen! Met toenemend
meswieltoerental werkt de
slijpschijf krachtiger en bij
afnemende toerental zachter!
Na het slijpen:
- slijpschijf terugdraaien,
- slijpinrichting borgen,
- beschermdeksel vergrendelen.
C2200