ELEKTRISCHE AUTO:
2
Oplaadaansluiting 2
Uw auto beschikt aan de voorkant over een
oplaadaansluiting.
1.12
opladen (5/7)
Laad uw auto niet op en parkeer deze niet
bij extreme temperatuursomstandigheden
(hitte of kou).
Wanneer de auto geparkeerd staat bij tem-
peraturen lager dan -25 °C, kan de accu mo-
gelijk niet opgeladen worden.
Om de levensduur van uw tractiebatterij te
vrijwaren, moet u vermijden om uw auto ge-
durende meer dan een maand met een hoog
laadniveau geparkeerd te laten staan, vooral
in perioden van extreme warmte.
U kunt de tractiebatterij het beste opladen
na het rijden en/of in een omgeving met een
gematigde temperatuur. Anders kan het op-
laden lang duren of onmogelijk zijn.
Bij afwezigheid van bescherming van de
installatie tegen overspanningen wordt
afgeraden de auto op te laden bij onweer
(bliksem).
Tips
– Parkeer de auto bij erg warm weer bij
voorkeur op een schaduwrijke/overdekte
plaats om deze op te laden.
– Bij regen of sneeuw kan niet worden op-
geladen.
N.B.
Verwijder bij insneeuwen de sneeuw rond
het laadcontact van de auto alvorens de
auto te koppelen of los te koppelen. De aan-
wezigheid van sneeuw in het laadcontatct
kan immers het koppelen van het laadsnoer
blokkeren.
De oplaadtijd van de tractiebatterij hangt
af van de hoeveelheid resterende ener-
gie en het vermogen van het oplaad-
punt. Dit wordt tijdens het opladen weer-
gegeven op het instrumentenpaneel.
Raadpleeg de paragraaf "Displays en
meters" in hoofdstuk 1.
Wij raden u aan om bij een probleem het
snoer te vervangen door een identiek
snoer. Raadpleeg een merkdealer.