HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN
Noodstopbekrachtiging
Dit systeem is een aanvulling op het ABS dat
zorgt voor het verminderen van de remweg
van de auto.
De werking van het systeem
Het systeem herkent wanneer een noodstop
wordt uitgevoerd. In zo'n noodsituatie ont-
wikkelt de rembekrachtiging zijn maximale
kracht en kan de regeling door het ABS in
werking komen.
Het ABS-remsysteem blijft werken zolang
het rempedaal ingedrukt is.
Oplichten van de alarmknipperlichten
Afhankelijk van de auto, kunnen deze bij
krachtig afremmen gaan branden.
Bij een storing
Als het systeem een storing signa-
leert, verschijnt de boodschap "DEFECT
REMSYSTEEM" op het instrumentenpa-
©
neel en gaat het lampje
Raadpleeg een merkdealer.
Hulp bij wegrijden op een helling
Afhankelijk van de helling van de weg helpt
dit systeem de bestuurder bij het wegrijden
op een helling. Het voorkomt dat de auto,
naargelang de helling, achteruit rolt door
automatisch de remmen vast te zetten als
de bestuurder het rempedaal loslaat om het
gaspedaal te bedienen.
Werking van het systeem
Het werkt alleen als de versnellingshendel
niet in de neutrale stand staat en als de auto
helemaal stil staat (rempedaal ingedrukt).
Het systeem houdt de auto ongeveer 2 se-
condes stil. Daarna komen de remmen ge-
leidelijk vrij (de auto rolt naargelang de hel-
ling).
branden.
(3/3)
Het hulpsysteem voor het weg-
rijden op een helling kan niet
in alle gevallen helemaal voor-
komen dat de auto achteruit of
vooruit rolt (bv. op een zeer steile hel-
ling).
De bestuurder kan altijd het rempedaal
indrukken om te voorkomen dat de auto
achteruit of vooruit rolt.
De hulp bij het wegrijden op een helling
mag niet gebruikt worden om de auto
langdurig stil te houden: gebruik het
rempedaal.
Deze functie is niet bedoeld om de auto
permanent te laten stilstaan.
Gebruik indien nodig het rempedaal om
de auto te stoppen.
De bestuurder moet bijzonder oplettend
blijven op een gladde ondergrond of met
weinig grip en/of op een helling.
Gevaar van ernstige verwondingen.
2.17