STARTEN, STOPPEN VAN DE MOTOR
Stoppen van de motor
Motor gestart, draai de sleutel in stand
Ṑ
"Stop" St. Het controlelampje
Zet nooit het contact uit voordat
de auto compleet stilstaat. Door
het stilzetten van de motor is er
geen bekrachtiging meer van
de remmen, stuurinrichting enz. en zijn
de passieve veiligheidsorganen zoals
airbags, gordelspanners uitgeschakeld.
(2/2)
dooft.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder tijdens het parke-
ren of stoppen van de auto
Laat nooit, zelfs niet eventjes,
een kind, een afhankelijke volwassene
of een dier in de auto achter als u deze
verlaat.
Ze kunnen zichzelf of anderen in gevaar
brengen door bijvoorbeeld de motor te
starten, organen te bedienen zoals bij-
voorbeeld de ruitbediening, of de portie-
ren te vergrendelen.
Bovendien kan bij warm en/of zonnig
weer de temperatuur in het interieur heel
erg snel oplopen.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN
ERNSTIG LETSEL.
2.3