Regeluitgangen
5.2.2. Tweepunts-/driepunts-regeluitgang
De tweepunts-regeluitgang wordt met de configuratieblokken # = 0 und = 6 of 7
geconfigureerd. Dit komt overeen met een bewaking op over- of onderschrijding van de
grenswaarde door de regeluitgang #. Met de parameter wordt het schakelpunt en met
de schakelhysterese als absolute waarde voor de regeluitgang # vastgelegd.
De driepunts-regeluitgang wordt met de configuratieblokken # = 0, = 6 en = 7
geconfigureerd. Met de parameters en worden de schakelpunten en met en de
schakelhystereses als absolute waarde van de regeluitgang # vastgelegd. Er moet op worden
gelet dat het verschil tussen het bovenste en onderste schakelpunt groter is dan de som van de
betreffende schakelhystereses: − > +
Bij de keuze tweepunts- of driepunts-regeluitgang verdient het aanbeveling om voor de regeling
een P- of PD-algoritme te kiezen (, *, instellen). Het arbeidspunt # en de minimale
en maximale regeluitgangbegrenzing (#& en #') moeten in dat geval zodanig worden
gekozen, dat de schakeluitgangen altijd in- en uitgeschakeld kunnen worden.
De grenswaarderelais GW3 en GW4, bij tweepunts-regeluitgang ook Y2, kunnen voorts
willekeurig aan een grenswaarde-meldvoorwaarde worden toegekend.
De schakeluitgangen Y1 en Y2 en de grenswaarderelais GW3 en GW4 kunnen via de
configuratieblokken /// als maakcontact (/// = 0), d.w.z. het relais sluit
bij het voldoen aan de meldvoorwaarde, of als verbreekcontact (/// = 1), d.w.z.
het relais opent bij het voldoen aan de meldvoorwaarde, worden ingesteld.
In te stellen configuratieblokken:
#
= 0
= 6 of 7
//
= 0 ... 7
= 6 of 7
= 7 of 6
/
= 0 ... 7
In te stellen parameters:
/
= schakelpunt
/
= schakelhysterese
aan
aan
Fig. 9 ⋅ Driepunts-regeluitgang
(tweepuntsregelaar)
(driepuntsregelaar)
Y0
Schakeluitgangen Y1 en Y2
Y1, Y2
Schakeluitgang
Y
regeluitgang
1A, 2A
Schakelpunt
1H, 2H
schakelhysterese
Y0
arbeidspunt
25