Het Afstellen Van De Op- Haalsnelheid Van De Maai- Eenheden (Afb. 51 & 52); Het Controleren En Afstellen Van De Tractie- Verbinding (Afb. 53) - Toro REELMASTER 5200-D Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor REELMASTER 5200-D:
- Gebruikershandleiding (56 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (64 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoud
HET AFSTELLEN VAN DE OP-
HAALSNELHEID VAN DE MAAI-
EENHEDEN (Afb. 51 & 52)
Het ophaalcircuit van de maai-eenheden is voorzien
van (3) afstelbare kleppen die worden gebruikt om
ervoor te zorgen dat de maai-eenheden niet te snel
worden opgehaald en tegen de ophaalstops botsen.
Stel de maai-eenheden als volgt af:
Middelste maai-eenheid
1.
Zoek de klep achter het toegangspaneel boven
het bestuurdersplatform.
2.
Draai de stelschroef los op de klep en verdraai
de klep circa
⁄
slag met de wijzers van de klok
1
2
mee.
3.
Verifieer de afstelling van de ophaalsnelheid
door de maai-eenheden meerdere keren op te
halen en neer te laten. Stel opnieuw af indien
nodig.
4.
Als de gewenste ophaalsnelheid bereikt is,
draait u de stelschroef weer vast om de
afstelling vast te zetten.
Afbeelding 51
1. Afstelklep middelste maai-eenheid
Maai-eenheden zijkant voorzijde
1.
Zoek de klep op de linker liftcilinder aan de
voorzijde (onder de voetsteun).
2.
Draai de stelschroef op de klep los. Verdraai de
klep
⁄
slag met de wijzers van de klok mee.
1
2
3.
Verifieer de afstelling van de ophaalsnelheid
door de maai-eenheden meerdere keren op te
halen en neer te laten. Stel opnieuw af indien
nodig.
38
4.
Als de gewenste ophaalsnelheid bereikt is,
draait u de stelschroef weer vast om de
afstelling vast te zetten.
Maai-eenheden achterzijde
1.
Open de motorkap en zoek de klep links achter
van de machine.
2.
Draai de stelschroef op de klep los en verdraai
de klep circa
⁄
slag met de wijzers van de klok
1
2
mee.
3.
Verifieer de afstelling van de ophaalsnelheid
door de maai-eenheden meerdere keren op te
halen en neer te laten. Stel opnieuw af indien
nodig.
Afbeelding 52
1. Afstelklep maai-eenheden achterzijde
4.
Als de gewenste ophaalsnelheid bereikt is,
draait u de stelschroef weer vast om de
afstelling vast te zetten.
HET CONTROLEREN EN
AFSTELLEN VAN DE TRACTIE-
VERBINDING (Afb. 53)
Door normale slijtagewerking in de verbinding en
transmissie van de aansturing, kan het zijn dat er
meer kracht nodig is om de transmissie weer in
neutraal te zetten. Controleer de machine regelmatig.
Het controleren van de tractieverbinding:
1.
Rijd de machine op een vlak open terrein met
de gashendel vol open en met volle tractie-
snelheid.
2.
Neem uw voet van het tractiepedaal en meet de
afstand die de machine nodig heeft om te
stoppen.
Advertenties
Inhoudsopgave
