Het Afstellen Van De Neerwaartse Druk Van De Liftarmen; Het Slepen Van De Tractie-Eenheid - Toro REELMASTER 5200-D Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor REELMASTER 5200-D:
- Gebruikershandleiding (56 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (64 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
19.0
17.5
15.9
14.3
12.7
11.1
9.5
7.9
MESSENKOOI 5 MESSEN
6.4
3
4
5
MAAISNELHEID (KM/UUR)
19.0
17.5
15.9
14.3
12.7
11.1
9.5
7.9
6.4
3
4
5
MAAISNELHEID (KM/UUR)
Toerentalregeling
messenkooien voor
9
2
5
3
4
7
6
1
8
Toerentalregeling
messenkooien achter
Afbeelding 19
HET AFSTELLEN VAN DE
NEERWAARTSE DRUK VAN DE
LIFTARMEN
De veer voor de neerwaartse druk op de liftarm van
elke maai-eenheid kan worden aangepast aan de
hand van verschillende gazoncondities. Een hogere
neerwaartse druk zorgt ervoor dat de maai-eenheden
op de grond blijven tijdens het maaien met hogere
snelheden, en helpt een uniforme maaihoogte te
behouden onder zwaardere omstandigheden of in
gebieden waar veer grof gras of riet groeit.
Elke veer voor neerwaartse druk kan in vier ver-
schillende standen worden gezet. Met elke stap
wordt de neerwaartse druk van de maai-eenheid met
3 kg verhoogd of verlaagd.
1.
Plaats de machine op een horizontaal
oppervlak, laat de maai-eenheden zakken, stop
6
7
MESSENKOOI 8 MESSEN
6
7
8
9
Identificatie draden
elektromagneet
Elektromagneet Voeding
Kleur draden
1
Roze/Blauw
2
Bruin/Wit
3
Oranje/Blauw
4
Geel/Zwart
5
Geel/Wit
5
Oranje/Rood
7
Geel/Blauw
8
Zwart/Rood
9
Bruin/Wit
de motor, activeer de parkeerremmen en neem
de sleutel uit de contactschakelaar.
2.
Verwijder de vloerplaat vóór de stoel en open
de motorkap om toegang te krijgen tot alle (5)
veren.
De veren staan onder spanning, ga voor-
zichtig te werk bij het afstellen.
3.
Plaats een steeksleutel op de zeskantige schacht
van de veerbeugel.
10
1. Zeskantige schacht veerbeugel
2. Bevestigingsbeugel
4.
Verwijder de tapbout en de borgmoer waarmee
de bevestigingsbeugel vast zit, terwijl u de
zeskantige schacht draait om de veerspanning
te verlagen.
5.
Zet de veerbeugel in de gewenste positie en
draai de tapbout en borgmoer weer vast terwijl
u de zeskantige schacht verdraait om de
veerspanning te verlagen.
HET SLEPEN VAN DE
TRACTIE-EENHEID
Indien het nodig is de machine te slepen, sleept u
deze uitsluitend voorwaarts en met een snelheid van
maximaal 16 km/uur.
NB: Indien u deze sleeplimieten overschrijdt, kan
de hydrostatische transmissie ernstig worden
beschadigd.
Om een defecte machine te slepen:
1.
Draai de tapbouten los waarmee de aandrijfas
aan de motor is gekoppeld en verwijder ze.
LET OP
Afbeelding 20
Bediening
19
Advertenties
Inhoudsopgave
