4.
Zorg ervoor dat de plaats waar het filter contact
maakt, schoon is. Schroef het filter erop totdat
de pakkingring contact maakt met de be-
vestigingsplaat. Schroef het filter vervolgens
nog een halve slag verder.
5.
Start de motor en laat deze circa twee minuten
lang draaien om het systeem te ontluchten.
Schakel de motor uit en controleer de motor op
lekkages.
HET CONTROLEREN VAN
HYDRAULISCHE LEIDINGEN
EN SLANGEN
Controleer dagelijks de hydraulische leidingen en
slangen op lekkages, kinken, loszittende steunen,
slijtage, loszittende aansluitingen, slijtage door
weersinvloeden en de inwerking van chemicaliën.
Voer alle nodige reparaties uit voordat u de machine
opnieuw gebruikt.
WAARSCHUWING
Houd uw lichaam en handen uit de buurt van
kleine lekkages of spuitmonden waaruit onder
hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt. Gebruik
een stuk karton of papier om hydraulische lekkages
op te sporen. Hydraulische vloeistof die onder druk
ontsnapt, kan tot in de huid doordringen en tot
verwonding leiden. Vloeistof die per ongeluk in de
huid wordt geïnjecteerd dient binnen enkele uren
worden operatief worden verwijderd door een arts
die bekend is met deze vorm van verwondingen,
omdat anders gangreen kan ontstaan.
TESTPOORTEN VAN HET
HYDRAULISCH SYSTEEM
De testpoorten worden gebruikt om de druk in de
hydraulische circuits te testen. Neem contact op met
uw plaatselijke Toro distributeur voor assistentie.
HET AFSTELLEN VAN DE
TRACTIE-AANDRIJVING VOOR
DE NEUTRAALSTAND (Afb. 50)
De machine mag niet kruipen wanneer u het tractie-
pedaal los laat. Indien dit wel het geval is, dient de
machine afgesteld te worden.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal opper-
vlak, schakel de motor uit en laat de maai-
eenheden op de vloer zakken. Trap alleen het
rechter rempedaal in en activeer de parkeerrem.
2.
Krik de linker zijde van de machine omhoog
totdat het voorwiel vrij komt van de vloer van
de werkplaats. Ondersteun de machine met
krikken om te voorkomen dat deze per ongeluk
valt.
NB: Bij 4-wiel aangedreven modellen, dient
ook het linker achterwiel vrij van de vloer te
zijn of de aandrijfas van de 4-wielaandrijving te
worden verwijderd.
WAARSCHUWING
De motor moet lopen om de fijnafstelling aan de
zeskantige tractiebout te kunnen uitvoeren. Ter
voorkoming van mogelijk lichamelijk letsel dient u
handen, voeten, gezicht en andere delen van uw
lichaam uit de buurt te houden van de uitlaat,
andere hete delen of de motor, en van andere
bewegende delen.
3.
Aan de rechter zijde van de machine draait u de
borgmoer los op de afstelbout van de tractie.
Afbeelding 50
1. Afstelbout tractie
4.
Start de motor en verdraai de zeskantige bout in
willekeurige richting totdat het wiel stopt met
draaien.
5.
Draai de borgmoer vast om de afstelling vast te
zetten.
6.
Schakel de motor uit en ontkoppel de rechter
rem. Verwijder de krikken en laat de machine
op de werkplaatsvloer zakken. Maak een testrit
met de machine om te controleren of deze niet
meer kruipt.
Onderhoud
37