KERN FKB Versie 1.1 2021-07 Gebruiksaanwijzing Tafelweegschaal Inhoudsopgave Technische gegevens ..................5 Conformiteitverklaring ..................8 Overzicht van het apparaat .................. 9 Elementen ..................... 9 Bedienelementen..................10 3.2.1 Toetsenbordoverzicht ................10 3.2.2 De waarde numeriek invoeren .............. 11 3.2.3 Overzicht van de aanduidingen............. 11 Basisopmerkingen (algemene informatie) ............
Pagina 3
Justeren ....................... 17 7.9.1 Extern justeren <CalExt> ............... 18 7.9.2 Extern justeren met gebruik van een door de gebruiker gedefinieerd justeergewicht <caleud> ................19 Basismodus ....................... 20 Aan-/uitzetten ....................20 Gewoon wegen ................... 20 Wegen met tarra ..................20 8.3.1 Tarreren ....................
1 Technische gegevens KERN FKB 6K0.02 FKB 8K0.1 FKB 8K0.05 FKB 15K0.5 Artikelnummer / type TFKB 6K-5-A TFKB 8K-4-A TFKB 8K-5-A TFKB 15K-4-A Afleesbaarheid (d) 0,02 g 0,1 g 0,05 g 0,5 g Weegbereik (Max.) 6000 g 8000 g 8000 g 15 000 g Tarrabereik 6000 g...
Pagina 6
KERN FKB 16K0.1 FKB 16K0.05 FKB 30K1 FKB 36K0.1 Artikelnummer / type TFKB 16K-4-A TFKB 16K-5-A TFKB 30K-3-A TFKB 36K-4-A Afleesbaarheid (d) 0,1 g 0,05 g 0,0001 kg Weegbereik (Max.) 16 000 g 8000 g 30 000 g 36 kg Tarrabereik 16 000 g 8000 g...
Pagina 7
KERN FKB 36K0.2 FKB 65K1 FKB 65K0.2 Artikelnummer / type TFKB 36K-4B-A TFKB 65K-3-A TFKB 65K-4-A Afleesbaarheid (d) 0,0002 kg 0,001 kg 0,0002 kg Weegbereik (Max.) 36 kg 65 kg 65 kg Tarrabereik 36 kg 65 kg 65 kg (subtractief) Reproduceerbaarheid 0,0002 kg 0,001 kg...
* Minimaal gewicht van afzonderlijk element bij bepaling van het aantal stuks in laboratoriumomstandigheden: Er zijn ideale omgevingscondities voor het bepalen van het aantal stuks met hoge resolutie Geen gewichtsverdeling van getelde delen ** Minimaal gewicht van afzonderlijk element bij bepaling van het aantal stuks in normale omstandigheden: ...
3 Overzicht van het apparaat 3.1 Elementen Pos. Naam Weegschaalplateau Afleesinrichting Toetsenbord Voet met verstelbare schroef Contact van de netadapter Libel (waterpas) Contact voor diefstalbeveiliging USB Interfaces (fabrieksoptie) Interface RS232 Ethernet (fabrieksoptie) FKB-BA-nl-2111...
3.2 Bedienelementen 3.2.1 Toetsenbordoverzicht Toets Naam Functie in bedrijfsmodus Functie in het menu Aan-/uitzetten Terug naar een hoger (toets indrukken en ingedrukt houden) niveau in het menu De toets ON/OFF Achtergrondverlichting van Het menu verlaten / terug het scherm aan-/uitzetten naar de weegmodus (toets indrukken)
3.2.2 De waarde numeriek invoeren Toets Naam Functie Cijferkeuze De ingevoerde gegevens bevestigen. Meerdere Navigatietoets malen op de toets voor elke positie drukken. Wachten tot het invoervenster met numerieke waarden verschijnt. De waarde van het blinkende cijfer verminderen Navigatietoets (0–9) De waarde van het blinkende cijfer vergroten...
Basisopmerkingen (algemene informatie) 4.1 Beoogd gebruik De door u aangekochte weegschaal dient ter bepaling van het gewicht (de weegwaarde) van het gewogen materiaal. Ze dient als een "niet automatische weegschaal” te worden beschouwd, d.w.z. dat het gewogen materiaal voorzichtig handmatig in het midden van het weegschaalplateau dient te worden geplaatst. De weegwaarde kan na de stabilisatie worden afgelezen.
4.4 Toezicht over controlemiddelen In het kader van kwaliteitsverzekeringssysteem dienen regelmatig technische meeteigenschappen van de weegschaal en eventueel beschikbare controlegewichten te worden gecontroleerd. Daarvoor dient de bevoegde gebruiker juiste tijdsintervallen als ook de aard en omvang van dergelijke controle te bepalen. Informatie betreffende toezicht over controlemiddelen zoals weegschalen als ook over noodzakelijke controlegewichten zijn toegankelijk op de website van de firma KERN (www.kern- sohn.com).
7 Uitpakken, installeren en in bedrijf zetten 7.1 Plaats van installatie en gebruikslocatie De weegschalen zijn op dergelijke manier ontworpen dat er in normale gebruiksomstandigheden de geloofwaardige weegresultaten worden bereikt. De keuze van de juiste locatie voor de weegschaal verzekert een nauwkeurig en snel bedrijf.
7.3 Installatie, opstellen en waterpas zetten Vier elementen van de vervoerbeveiliging op de houders van het weegschaalplateus verwijderen. Instaleer weegschaalplateau en indien nodig windbescherming. De weegschaal op een effen oppervlakte plaatsen. De weegschaal waterpas zetten met schroefvoeten, de luchtbel in de libel (waterpas) moet zich in het gemarkeerde bereik bevinden.
7.6 Bedrijf met de accuvoeding (optioneel) De accu en de lader zijn compatibel met elkaar. Enkel de met LET OP de weegschaal geleverde netadapter gebruiken. De weegschaal niet tijdens het opladen gebruiken. Vervang de accu enkel door een accu van hetzelfde type of van het door de fabrikant aanbevolen type.
7.7 Aansluiten van randapparatuur Vóór het aansluiten of het loskoppelen van extra apparatuur (printer, computer) aan/van de gegevensinterface dient de weegschaal noodzakelijk van het netwerk te worden gescheiden. Uitsluitende accessoires en randapparatuur van de firma KERN met de weegschaal gebruiken, optimaal aan de weegschaal aangepast. 7.8 Eerste ingebruikname Om precieze weegresultaten met behulp van elektronische weegschalen te krijgen, dient...
7.9.1 Extern justeren <CalExt> Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Voor de stabilisatie is de opwarmingstijd vereist (zie hoofdstuk 1). Zorg ervoor dat zich op het weegschaalplateau geen voorwerpen bevinden. Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en ON/OFF drukken en ingedrukt houden tot het eerste menupunt <Cal>...
7.9.2 Extern justeren met gebruik van een door de gebruiker gedefinieerd justeergewicht <caleud> Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Voor de stabilisatie is de opwarmingstijd vereist (zie hoofdstuk 1). Zorg ervoor dat zich op het weegschaalplateau geen voorwerpen bevinden. Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en ON/OFF drukken en ingedrukt houden tot het eerste menupunt <Cal>...
8 Basismodus 8.1 Aan-/uitzetten Aanzetten: De toets ON/OFF drukken. Nadat de display wordt aangezet, wordt de autotest van de weegschaal doorgevoerd. Afwachten totdat de gewichtsaanduiding verschijnt, de weegschaal is paraat. Uitzetten: De toets ON/OFF drukken en ingedrukt houden tot de display verdwijnt. 8.2 Gewoon wegen ...
• Na de ontlasting van de weegschaal wordt de opgeslagen terrawaarde met negatieve waardeteken afgelezen. • Om de opgeslagen tarrawaarde te wissen, dient de weegschaal te worden ontlast en de toets TARE gedrukt. • Het tarreerproces kan een willekeurig aantal keren worden herhaald, bij voorbeeld bij het wegen van verschillende ingrediënten van een mengsel (bijwegen).
9 Dienstconcept De weegschaal wordt af fabriek geleverd met verschillende toepassingen (eenvoudig wegen, controlewegen, tellen). Na het eerste aanzetten wordt de weegschaal met de toepassing <Wegen> gestart Na inschakeling van de weegschaal kan echter de verdere werking ervan worden bepaald door de juiste toepassing in de toepassing- menu te kiezen (zie hoofdstuk 13.2).
10 Toepassing <Wegen> De uitvoering van gewoon wegen en tarreren omschreven in hoofdstuk 8.2 of 8.3. Andere specifieke instellingsopties worden in de volgende hoofdstukken beschreven. Indien de toepassing <Wegen> nog niet actief is, de menuinstelling <mode weig h> kiezen, zie hoofdstuk 9. 10.1 Specifieke instelling voor de toepassing + Navigatie in de menu, zie hoofdstuk 13.1.
10.1.2 Omschrijving van de afzonderlijke functies 10.1.2.1 Geplaatste massa als PRE-TARE overnemen <Ptare actuel> De weegschaalcontainer opleggen. De menuinstelling <Ptare> opvragen en met de toets bevestigen. Om de massa van geplaatst gewicht als de PRE-TARE waarde overnemen door de navigatietoetsen te gebruiken, de optie <actuel>...
10.1.2.2 Bekende tarra numeriek invoeren <Ptare manuel> De menuinstelling <Ptare> opvragen en met de toets bevestigen. Met de navigatietoetsen de instelling <manuel> kiezen en met de toets bevestigen. De bekende tarra invoeren, invoeren van numerieke waarde zie hoofdstuk 3.2.2. ...
11 Toepassing <Tellen> Indien de toepassing <Tellen> nog niet actief is, de menuinstelling <mode count> kiezen, zie hoofdstuk 9. 11.1 Specifieke instelling voor de toepassing + Navigatie in het menu, zie hoofdstuk 13.1. 11.1.1 Overzicht De toets TARE drukken en ingedrukt houden tot het eerste menupunt <ref> verschijnt.
11.2 Toepassing gebruiken 11.2.1 Aantal stuks bepalen Vooraleer het mogelijk wordt om het aantal elementen met de weegschaal te bepalen, dient het afzonderlijke stukgewicht (het eenheidsgewicht) de zogenaamde referentiewaarde te worden bepaald. Hiervoor dient men een bepaald aantal getelde elementen op te leggen. De weegschaal bepaalt het totale gewicht en wordt het vervolgens door aantal stuks zgn.
Pagina 28
De gemiddelde massa van een enkel onderdeel wordt door de weegschaal aangegeven en vervolgens het aantal onderdelen wordt weergegeven. De referentiebelasting afnemen. De weegschaal staat nu in de modus van bepalen van aantal stuks en telt alle elementen op die zich op het weegplateau bevinden. Numerieke invoer van het aantal referentiestukken: ...
12 Toepassing <Controlewegen> Indien de toepassing <Controlewegen> nog niet actief is, de menuinstelling <mode check> kiezen, zie hoofdstuk 9. 12.1 Specifieke instelling voor de toepassing + Navigatie in het menu, zie hoofdstuk 13.1. 12.1.1 Overzicht De toets TARE drukken en ingedrukt houden tot het eerste menupunt <limits>...
12.2 Toepassing gebruiken Met de toepassing <Controlewegen> is het mogelijk om de bovenste en onderste grenswaarde te bepalen en daarmee te verzekeren dat de massa van het gewogen materiaal zich precies binnen de bepaalde tolerantiegrenzen bevindt. Het overschrijden van grenswaarden (dalen onder en stijgen boven) wordt gesignaleerd door een optisch signaal en een akoestisch signaal (indien geactiveerd menu).
Pagina 31
Akoestisch signaal: Het geluidssignaal is afhankelijk van de menu-instelling <setup beeper>, zie hoofdstuk 13.3.1. Uitvoering: 1. Bovenste en onderste grenswaarde bepalen: Controleer dat de weegschaal in de weegmodus is. Zo nodig met de toets omschakelen. Selecteer weegeenheid voor controlewegen. ...
13 Menu 13.1 Navigatie in het menu Menu opvragen Menu van de toepassing Configuratiemenu De toets TARE drukken en ingedrukt Tegelijk op TARE en ON/OFF drukken houden tot het eerste menupunt en ingedrukt houden tot het eerste verschijnt. menupunt verschijnt. Parameters selecteren en instellen: Scrollen Gebruik de navigatietoetsen om bepaalde menublokken...
13.3 Configuratiemenu In het configuratiemenu is het mogelijk de weegschaalinstellingen / het bedrijf van de weegschaal eigen vereisten (bv. omgevingsomstandigheden, speciale weegprocessen) aan te passen. Deze instellingen zijn globaal en onafhankelijk van de geselecteerde toepassing. 13.3.1 Menuoverzicht <setup> Niveau 3 Niveau 4 / beschrijving Niveau 1 Niveau 2...
Pagina 34
PRINT intfce Rs232 Interface RS232 Gegeven- Usb-d USB Interface van het toestel soverdracht Optelmodus inschakelen/uitschakelen, zie hoofdstuk 14.4.1 On, off prmode Gegevensoverdracht nadat de knop manual PRINT wordt gedrukt. zie hoofdstuk14.4.2 auto On, off Automatische gegevensoverdracht bij stabiele en positieve weegwaarde, zie hoofdstuk 14.4.3.
Pagina 35
BEEPER keys Aan-/uitzetten akoestisch signaal Akoestisch signaal nadat de toets ingedrukt check Akoestisch signaal uit Slow Langzaam Standaard Fast Snel Cont. Continu Akoestisch signaal uit Slow Langzaam Standaard Fast Snel Cont. Continu Akoestisch signaal uit Slow Langzaam high Standaard Fast Snel Cont.
Pagina 36
Blight mode Verlichte achtergrond van de display always vast aan Verlichte achtergrond Automatische uitschakeling van de achtergrondverlichting na de in het timer menu ingestelde tijd <Time> zonder wijziging van de belasting of bij het niet bedienen van het apparaat Verlichte achtergrond van de display No bl permanent uit Time...
14 Interfaces Door de interfaces is het mogelijk om de weegresultaten met de aangesloten randapparatuur te delen. De overdracht kan geschieden naar een printer, computer of controleaanduidingen. Omgekeerd, de besturingscommando's en gegevensinvoer kunnen worden uitgevoerd met de aangesloten apparatuur (bv. computer, toetsenbord, barcodelezer). De beschikbare interfaces kunnen parallel worden gebruikt.
14.2 Printer aansluiten De weegschaal en de printer uitzetten. De weegschaal met de printerinterface met een juiste kabel verbinden. Een storingvrij bedrijf wordt enkel verzekerd bij toepassing van een juiste interfacekabel van de firma KERN (optie). De weegschaal en de printer aanzetten. De communicatieparameters (transmissiesnelheid, bits en pariteit) van de weegschaal en de printer, moeten met elkaar overeenstemmen, zie menupunt <com ...
14.4 Functies voor gegevenscommunicatie 14.4.1 Optelmodus<sum> Met deze functie is het mogelijk om de afzonderlijke weegwaarden aan het optelgeheugen met de toets toe te voegen en deze na het aansluiten van de optionele printer te drukken. Functie activeren: In het configuratiemenu de instelling <Print sum> opvragen en met ...
Protocolsjabloon (KERN YKB-01N): Menuinstelling <prmode format short> Eerste weging Tweede weging Derde weging Aantal wegingen/ totaal 14.4.2 Gegevensoverdracht nadat PRINT <manual> wordt ingedrukt Functie activeren: In het configuratiemenu de menuinstelling <Print PrMode> opvragen en met bevestigen. ...
14.4.3 Automatische gegevensoverdracht <auto> De gegevensoverdracht vindt automatisch plaats zonder op de PRINT toets te drukken, mits aan de relevante overdrachtsvoorwaarden is voldaan, afhankelijk van de instelling in het menu. Activeren van de functie en instellen van de overdrachtsvoorwaarde: In het configuratiemenu de menuinstelling <Print PrMode> opvragen ...
De weegwaarden worden volgens de vastgestelde cyclus verzonden. Protocolsjabloon (KERN YKB-01N): 14.5 Gegevensformaat In het configuratiemenu de menuinstelling <Print PrMode> opvragen en met bevestigen. Met de navigatietoetsen de instelling <format> kiezen en met de toets ...
15 Onderhoud, werkprestatie, verwijderen Vooraleer met alle werkzaamheden betreffende onderhoud, reinigen en reparatie wordt gestart, dient het apparaat van de bedrijfsspanning te worden ontkoppeld. 15.1 Reinigen Men dient geen agressieve reinigingsmiddelen te gebruiken (oplosmiddel, e.d.) maar het apparaat enkel met een doekje reinigen met lichte zeeploog. De vloeistof mag het toestel niet binnendringen.
16 Hulp bij kleine storingen Bij storingen van programmaverloop dient de weegschaal kort te worden uitgeschakeld en van netwerk gescheiden. Vervolgens het weegproces opnieuw starten. Storing Mogelijke oorzaak • De weegschaal staat niet aan. Gewichtsaanduiding brandt niet • Verbroken verbinding met het netwerk (niet- verbonden /netwerkkabel beschadigd).