DE DRAADLOZE EN NETWERKINSTELLINGEN�
MODUS GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel bevat een draadloze en net-
werkinstellingsmodus waarmee u een draadloze net-
werkverbinding kunt instellen.
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op pagina 25.
2. Selecteer de draadloze en netwerkinstellingen�
Selecteer de draadloze en netwerkinstellingen�
modus.
In het hoofdmenu van de instellingen, drukt u licht-
In het hoofdmenu van de instellingen, drukt u licht-
jes op de toets Draadloos Netwerk [WIRELESS
NETWORK] om naar de draadloze en netwerkin-
stellingenmodus te gaan.
3. Wi�Fi inschakelen.
Zorg dat het Wi�Fi keuzevakje naast de rechterbo-
Z org dat het Wi�Fi keuzevakje naast de rechterbo�
venhoek van het scherm een groen vinkje heeft.
Druk lichtjes één keer op de Wi�Fi menuoptie als
dat niet het geval is, en wacht een paar seconden.
Het bedieningspaneel zoekt naar beschikbare
draadloze netwerken.
4. Een draadloze netwerkverbinding instellen en
beheren.
Druk lichtjes op de Wi�Fi instellingenmenu�optie
[WIFI SETTINGS]. Het scherm toont een lijst met
beschikbare netwerken. Aandacht: het kan een
paar seconden duren voordat de lijst met draad-
loze netwerken verschijnt.
Als u dat nog niet heeft gedaan, schakelt u Wi�Fi
in door het keuzevakje rechtsboven in het scherm
aan te vinken (zie stap 3).
Zorg dat het keuzevakje op het Netwerk-
notificatiemenu�optie [NETWORK NOTIFICATION]
een groen vinkje heeft om het bedieningspaneel
in te lichten als een draadloos netwerk binnen het
bereik is en beschikbaar.
Aandacht: u hebt ook een eigen draadloos network
nodig, inclusief een 802.11b/n router met geacti-
veerde SSID broadcast (verborgen netwerken wor-
den niet ondersteund).
Als een lijst met netwerken verschijnt, drukt u licht-
Als een lijst met netwerken verschijnt, drukt u licht-
jes op het gewenste netwerk. Aandacht: u dient uw
netwerknaam te kennen (SSID). Als uw netwerk
een wachtwoord heeft, dient u ook het wachtwoord
te kennen.
Een informatievakje vraagt u of u verbinding wilt
maken met het draadloze netwerk. Druk dan op
de toets Verbinden [CONNECT] om verbinding
te maken met het netwerk of druk lichtjes op de
toets Annuleren [CANCEL] om terug te keren
naar de lijst met netwerken. Als het netwerk een
wachtwoord heeft, drukt u lichtjes op het invul-
vakje voor het wachtwoord. Er zal een toetsenbord
op het scherm verschijnen. Om het wachtwoord
tijdens het typen te zien, dient u lichtjes te druk-
ken op het keuzevakje Toon Wachtwoord [SHOW
PASSWORD].
Zie HET TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN op pa-
Z ie HET TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN op pa�
gina 16 voor gebruik van het toetsenbord.
Als het bedieningspaneel verbinding heeft gemaakt
met uw draadloze netwerk, vertoont het WiFi vakje
bovenaan het scherm het woord CONNECTED
(verbonden). Druk op de toets Terug op het bedie�
Druk op de toets Terug op het bedie�
Druk op de toets Terug op het bedie-
ningspaneel om terug te gaan naar de draadloze
en netwerkinstellingenmodus.
Om het contact met een draadloos netwerk te
verbreken, selecteert u het draadloze netwerk en
drukt vervolgens op de toets Vergeten [FORGET].
Indien u problemen ervaart bij het verbinding
maken met een gecodeerd netwerk, zorg er dan
voor dat uw wachtwoord juist is. Aandacht: wacht-
woorden zijn hoofdlettergevoelig.
Aandacht: de iFit Live modus ondersteund on�
A andacht: de iFit Live modus ondersteund on�
de iFit Live modus ondersteund on�
de iFit Live modus ondersteund on-
beveiligde en beveiligde (WEP, WPA en WPA2)
codering. Een breedband verbinding wordt aanbe�
Een breedband verbinding wordt aanbe�
Een breedband verbinding wordt aanbe-
volen, de werking hangt af van de verbindingssnel-
heid.
Aandacht: indien u vragen heeft na het volgen
van deze instructies, gaat u naar
www.iFit.com/support voor hulp.
5. Verlaat de draadloze en netwerkinstellingen�
modus.
Druk op de toets terug op het bedieningspaneel
om de draadloze en netwerkinstellingenmodus te
verlaten.
27
Aandacht: wacht-
Aandacht: wacht-
wacht-
wacht-