Installatie
Elektrische aansluiting
Gevaar voor verwonding door
een defect toestel.
Controleer voordat het toestel wordt
aangesloten of het onbeschadigd is.
Neem nooit een beschadigd toestel
in gebruik.
Het toestel is met kabel en stekker uit-
gerust, zodat het klaar is voor gebruik.
Zorg ervoor dat het stopcontact met
aarding altijd bereikbaar is. Als dit niet
mogelijk is, zorg er dan voor dat het
toestel via een schakelaar met alle
polen van de netspanning kan worden
losgekoppeld.
Brandgevaar door oververhitting.
Het gebruik van het toestel via ver-
deelstekkers en verlengsnoeren kan
tot overbelasting van de kabels lei-
den.
Gebruik om veiligheidsredenen geen
verdeelstekkers en verlengsnoeren.
Sluit het toestel rechtstreeks aan met
de originele kabel zonder tussenele-
menten.
De elektrische installatie moet voldoen
aan de norm VDE 0100 en aan de
plaatselijke normen.
Een beschadigde aansluitkabel mag al-
leen door een speciale aansluitkabel
van hetzelfde type worden vervangen
(verkrijgbaar bij de Miele Service). Om
veiligheidsredenen mag de kabel alleen
door een gekwalificeerde vakman of
door Miele-technici worden vervangen.
20
U dient de noodzakelijke aansluitgege-
vens af te lezen van het typeplaatje. Dit
bevindt zich binnenin aan de voorkant
of op de achterkant van het toestel.
Vergelijk de specificaties op het type-
plaatje met de gegevens van het elektri-
citeitsnet. Deze moeten overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Het toestel mag niet op wisselrichters
worden aangesloten, die bij autonome
stroomvoorzieningen worden toege-
past, zoals bijv. zonne-energie. Als het
toestel ingeschakeld wordt, kan het
door spanningspieken voor de veilig-
heid opnieuw uitgeschakeld worden. De
elektronica kan beschadigd raken.
Het toestel mag ook niet in combinatie
met een zogenaamde energievoorkeur-
stekker worden gebruikt. Dergelijke
stekkers verminderen de energietoe-
voer, waardoor het toestel te warm
wordt.