6.9
Branderkop
De branderkop bestaat uit een cilinder met hoge thermische
weerstand, en op zijn oppervlak zijn vele boorgaten aangebracht,
gewikkeld in een metalen "net".
Het mengsel lucht-gas wordt in de cilinder geduwd, en komt
langs de omtrekboringen uit de kop.
Het begin van de verbranding gebeurt langs de ontsteking van
het mengsel lucht-gas door toedoen van de elektrode.
Het metalen "net" is het fundamentele element van de brander-
kop, omdat het de prestaties van de brander aanzienlijk verbe-
tert.
De vlam die wordt ontwikkeld op het oppervlak van de kop omvat
perfect het net bij de maximum werking.
6.10
Eindcontroles (met brander in werking)
Open de thermostaat/drukschakelaar TL
Open de thermostaat/drukschakelaar TS
Draai de knop van de maximumgasdrukschakelaar in de
stand minimumschaaleinde (waar aanwezig)
Schakel de brander en de spanning uit
Koppel de connector van de minimum gasdrukschakelaar
los
Koppel de draad van de ionisatiesonde los
Controleer of de mechanische blokkeringen van
de afstellingsmechanismen goed zijn aange-
draaid.
OPGELET
Inbedrijfstelling, instelling en werking van de brander
Hierdoor zijn hoge moduleringsverhoudingen mogelijk, tot 6:1, en
het gevaar op de terugkeer van de vlam bij de minimum module-
ring wordt vermeden.
De vlam wordt gekenmerkt door een uiterst compacte geometrie,
waardoor elk risico op contact tussen de vlam en de delen van de
ketel, en dus ook het risico op een slechte verbranding wordt ver-
meden.
Door de structuur van de vlam worden kleine verbrandingska-
mers ontwikkeld, zodat dit kenmerk wordt benut.
Voordat de brander wordt ingeschakeld, wordt
aanbevolen om de gasstraat zodanig af te stellen
dat de ontsteking plaatsvindt in optimale veilig-
heidsomstandigheden en dus met een zeer zwak
VOORZICHTIG
gasdebiet.
De brander moet stoppen met werken
De brander moet vergrendelen
De brander mag niet starten
De brander voert de ontstekingscyclus opnieuw uit
35
NL
Tab. U
20153677