Inbedrijfstelling, instelling en werking van de brander
6.4
Start van de brander
De brander kan werken op twee verschillende wijzen:
1
Manuele werking (te gebruiken voor de eerste start): in deze
modus knipperen de indicatoren op de display;
2
Automatische werking (voor de normale bedrijfswerking): in
deze modus blijven de indicatoren op de display ononder-
broken branden.
6.4.1
Eerste start van de brander (manuele
werking)
Om de eerste start van de brander uit te voeren, moet het volgen-
de gerespecteerd worden:
–
De elektrische spanning moet beschikbaar zijn (de display
van de controledoos moet verlicht zijn);
–
Open de thermostatische lijn (T1-T2 van het 7-polige stop-
contact) of, indien voorzien in de brander, positioneer de
schakelaar "ON-OFF" op "OFF";
–
Koppel de externe modulatiebediening los (bediening op 3
punten of analoog signaal);
–
Houd de knop "A" en de knop "+" of "-" > 5 seconden lang sa-
men ingedrukt. OFF zal knipperen.
N.B.
Als geen enkele handeling wordt uitgevoerd binnen een
tijdsduur van > 30 seconden zal LME7 automatisch de stan-
daard werking instellen. Herhaal de bovenvermelde hande-
ling.
•
Positioneer de schakelaar "ON/OFF" op "ON" (waar voor-
zien) en controleer dat verzoek om warmte aanwezig is (ther-
mostatische lijn gesloten).
•
LME7 wordt gestart en voert een inwerkingstelling uit. Het
apparaat werkt tot aan het einde van de voorventilatiefase
P30, gaat in de stand voor lading voor start, en geeft P0 (toe-
rental lading voor ontsteking) weer. De weergave gaat van
P0 naar een nummer met drie cijfers.
N.B.
Het nummer met cijfers duidt de waarde van de instelling
aan voor de parameter P0, P1 en P2 als toerental, en moet
vermenigvuldigd worden met 10.
•
Door op de knop "A" en de knop "+" of "-" te drukken, is het
mogelijk om het toerental met 10 toeren/min te wijzigen bin-
nen de vooraf bepaalde limieten (P0max, P0min waarden in-
gesteld in de fabriek).
N.B.
De waarde van de instelling voor de parameter P0 moet gro-
ter zijn ten opzichte van de waarde van de instelling van de
parameter P1. De waarden van de instelling worden gecon-
troleerd door LME7. Als de regels van de instelling worden
geschonden, wordt de controledoos vergrendeld en worden
een fout Loc:225 gesignaleerd.
•
Druk op de knop "info" om de waarde te bevestigen.
•
De brander voert de fasen van de ontsteking uit (P36-P38-
P40).
N.B.
Als na de veiligheidstijd de vlam niet verschijnt, wordt de
brander automatisch opnieuw gestart (maximaal 3 pogin-
gen). De aanduidingen van de fasen op de display blijven
knipperen om aan te geven dat de startprocedure nog aan de
gang is (manuele werking). Wanneer de ontsteking nog niet
gebeurt, kan het zijn dat het gas de branderkop niet bereikt
binnen de veiligheidstijd. Draai de schroef van het minimum
van het gasventiel een beetje in de richting van het "+" te-
ken.
In geval van gebrek aan ontsteking na de ingestelde pogingen,
wordt de brander vergrendeld Loc:07. Druk 1..3 seconden lang
op de toets "info" om de controledoos te ontgrendelen.
Als de schakelaar "ON" in positie blijft (en/of de thermostatische
lijn is gesloten) wordt de brander opnieuw gestart in de standaard
werkmodus (volgt normaal alle ontstekingsfasen zonder te stop-
pen, tot het einde van de voorventilatietijd, in punt P0).
Om de handmatige modus te bereiken, moet de knop "A" samen
met de knop "+" of "-" > 5 seconden lang ingedrukt gehouden
worden tijdens de fase van de voorventilatie (de waarde op de
display begint te knipperen).
•
De brander wordt ontstoken, het programma gaat verder in
de stand minimum lading P1. De weergave gaat van P1 naar
het toerental uitgedrukt in drie cijfers.
•
Door op de knop "A" en de knop "+" of "-" te drukken, is het
mogelijk om het toerental met 10 toeren/min te wijzigen bin-
nen de vooraf bepaalde limieten (P1max, P1min waarden in-
gesteld in de fabriek).
•
Controleer het uitzicht van de vlam, waar mogelijk, en de
waarde van de CO en de CO2 om te begrijpen of de brander
goed afgesteld is (eerste maximuminstelling). Draai zo nodig
aan de schroef van het minimum van het gasventiel (draai
naar het "+" teken voor meer gas, naar het "-" teken voor min-
der gas).
•
Druk op de knop "info" om de waarde te bevestigen.
•
De brander zal in de positie van normale lading P2 gesteld
worden. De weergave gaat van P2 naar het toerental uitge-
drukt in drie cijfers.
•
Door op de knop "A" en de knop "+" of "-" te drukken, is het
mogelijk om het toerental met 10 toeren/min te wijzigen bin-
nen de vooraf bepaalde limieten (P2max, P2min waarden in-
gesteld in de fabriek).
•
Controleer het uitzicht van de vlam, waar mogelijk, en de
waarde van de CO en de CO2 om te begrijpen of de brander
goed afgesteld is (eerste maximuminstelling). Draai zo nodig
aan de schroef van het maximum van het gasventiel
(draai naar het "+" teken voor meer gas, naar het "-" teken
voor minder gas).
•
Druk op de knop "info" om de waarde te bevestigen.
N.B.
Als de brander uitgaat voordat punt P2 wordt bereikt (bijv.
gasventiel te slecht geijkt, enz.) wordt de brander vergren-
deld Loc:07. Druk 1..3 seconden lang op de toets "info" om
de controledoos te ontgrendelen, en handel als volgt:
•
Start de brander met de automatische werking (vaste weer-
gave op display).
•
LME7 wordt gestart en voert een inwerkingstelling uit. De
controledoos voert de fase van de voorventilatie (P30) en de
fasen van de ontsteking (P36-P38-P40) uit. Zodra ingescha-
keld, blijft het ontstekingsvermogen ingesteld omdat de ex-
terne
modulatiebediening
uitgevoerd tijdens de voorbereidende fase).
•
Voer de volgende procedure voor de handmatige modulatie
uit.
29
NL
is
losgekoppeld
(handeling
20153677