1
3
Figuur 7
1. Veer
2. Bout
8. Controleer of beide stangen 16 mm buiten het stelblok
steken (Fig. 8).
9. Schuif het uiteinde van de lange stang door het gat in de
bevestigingsplaat (Fig. 8). Monteer de dunne ring en de
R–pen om de stang vast te zetten op zijn plaats. Herhaal
dit aan de andere kant van het maaidek.
10. Monteer de stelbeugel (met gleuf) op de pen aan de
bevestigingsplaat van het maaidek (Fig. 8). Monteer de
dikke ring en de R-pen om het maaidek vast te zetten.
Herhaal dit aan de andere kant van het maaidek.
2
16 mm
1
5
3
1805
Figuur 8
1. Stang
2. Stelblok
3. R-pen en dikke ring
4. Stelbeugel
2
1851
3. Veertrekker
6
4
5. Bevestigingsplaat van
maaidek
6. R-pen en dunne ring
11. Kijk onder de tractor en haal de maaikoppelingskabel
uit de framerail.
12. Draai de contramoer bij het kabeleind los. Leid de kabel
door de sleuf in de bevestigingsbeugel van het maaidek
(Fig. 9).
13. Bevestig het Z-vormige uiteinde van de
maaikoppelingskabel aan de belarm (Fig. 9).
14. Schakel de maaikoppelingshendel op het dashboard in.
Meet de afstand tussen het Z-vormige kabeleind en de
bevestigingsbeugel (Fig. 9). Stel de contramoeren in
totdat de afstand 89 mm bedraagt (Fig. 9).
15. Draai de contramoeren stevig vast en schakel de aftakas
uit.
16. Controleer of de remblokken van de messen contact
maken met de poelies, de bedieningsstangen los zijn als
de aftakas is uitgeschakeld en de remblokken geen
contact maken met de poelies als de aftakas is
ingeschakeld.
5
4
3
1801
Figuur 9
1. Maaikoppelingskabel
2. Sleuf in
bevestigingsbeugel
3. Z-vormig kabeleind
17. Zet de maaihoogtehendel in inkeping "D" om de
montage van de veer van de maaihoogte-instelling te
vergemakkelijken.
7
1
5
2
6
4. Hulp-pitmanarm
5. Contramoer
6. 89 mm ingeschakeld