Bediening van de aftakas
Met de maaikoppelingshendel (aftakas) schakelt u de
aandrijving naar het maaimes (de maaimessen) in of uit.
Maaimes(sen) inschakelen
1. Trap het rempedaal in om de machine te stoppen.
2. Zet aftakas in de stand Ingeschakeld (Fig. 21).
2
1
Figuur 21
1. Uitgeschakeld
2. Ingeschakeld
Maaimes(sen) uitschakelen
1. Trap het rempedaal in om de machine te stoppen.
2. Schakel de aftakas uit (Fig. 21).
De maaihoogte instellen
Met de maaihoogtehendel stelt u het maaidek in op de
gewenste maaihoogte.
1. De maaihoogte kan in zeven standen worden gezet, van
ongeveer 38 tot 116 mm.
2. Trek aan de maaihoogtehendel en zet deze in de
gewenste stand (Fig. 22).
3
1852
3. Maaikoppelingshendel
(aftakas)
12
1
m–1853
Figuur 22
1. Maaihoogtehendel
3. Nadat u de maaihoogte hebt ingesteld, moet u de
maatwielen afstellen; zie Maatwielen afstellen, blz. 12.
Maatwielen afstellen
De maatwielen moeten worden afgesteld in het juiste gat
voor elke maaihoogte.
1. Nadat de maaihoogte is afgesteld, zet u de
maaihoogtehendel omhoog; zie Maaihoogte afstellen,
blz. 12.
2. Verwijder de R-pen en de pen om de maatwielen in een
ander gat te plaatsen (Fig. 23).
3. Kies een gat en let er hierbij op dat het maatwiel zich
10 mm boven de grond bevindt voor de gewenste
maaihoogte (Fig. 23).
4. Plaats de pen en zet deze vast met de R-pen.
5. Stel vervolgens ook de andere maatwielen af.
3
1
Figuur 23
1. Wiel
2. Pen
Ongeveer
38 mm
51 mm
64 mm
76 mm
89 mm
102 mm
116 mm
2
1233
3. R-pen