BEDIENINGSORGANEN
1.
Dashboard (afb. 11)
a. gashendel
b. contactschakelaar
c. lichtschakelaar
d. MAN-AUTO-schakelaar, meter opvangbak
e. Maaiterugstelschakelaar
f. ON/OFF-schakelaar, maaisysteem.
2.
Stuur
3.
Choke
4.
Maaihoogte-instelhendel
5a. Vooruitrijpedaal
5b. Achteruitrijpedaal
6.
Parkeerremhendel
7.
Rempedaal
8.
Koppelingspedaal
Voorkant
Achterkant
Afb. 11
BEDIENING EN BESCHRIJVING
(AFB. 11)
TUIMELSCHAKELAAR MAAISYSTEEM (f)
De maaierkoppelingsschakelaar staat standaard in
de uit-stand, om per ongeluk inschakelen te
voorkomen. Om in te schakelen, de schakelaar
omhoog en in de ON-stand zetten; zo treedt de
koppeling van het maaisysteem in werking en
worden de messen aangedreven (afb.16).
BEDIENING
Afb. 16
MAN/AUTO-SCHAKELAAR (d)
In de AUTO-stand is de automatische controle van
het opvangbakniveau ingesteld. Wanneer de bak
vol gras zit, stopt de maaieraandrijving.
In de MAN-stand is de controleschakelaar
uitgeschakeld en kan de opvangbaktrechter ernstig
verstopt raken.
SCHAKELAAR VOOR HERINSCHAKELEN (e)
Druk deze schakelaar in om de MAN/AUTO-
schakelaar opnieuw te activeren na het leegmaken
van de opvangbak.
DE ZITTING VERSTELLEN (AFB. 12)
Afb. 12
Voer de volgende stappen uit om de zitting te
verstellen:
1. zet de duimschroef los.
2. Zet de zitting naar voor of naar achter in de
gewenste positie.
3. Draai de duimschroef stevig vast.
7
Nederlands –