7. Zet, indien aanwezig, de hendel voor
brandstofkeuze in de gewenste stand.
8. Controleer of er voldoende brandstof aanwezig is in
de geselecteerde brandstoftank.
9. Ontlucht, indien nodig, het brandstofsysteem.
10. Voer de algemene handelingen voor het opstarten
van de pomp uit, zie hoofdstuk 6 Pomp algemeen.
11. Sluit, indien aanwezig, de massa schakelaar (2).
12. Selecteer met de schakelaar op het
bedieningspaneel de gewenste bedrijfsvorm.
Continubedrijf
Draai de schakelaar op het bedieningspaneel linksom
(stand 2).
Door een ingebouwde inschakelvertraging kan het even duren voordat de
motor daadwerkelijk inschakelt.
Niveaubewaking
Draai de schakelaar op het bedieningspaneel rechtsom (stand 3).
Afhankelijk van het niveau van de te verpompen vloeistof zal de pomp in
werking treden.
Opmerking
De pomp moet tijdens het omschakelen altijd volledig stil staan.
1401
Pompen BA serie
Pompunit met dieselmotor aandrijving
8.10