Nadat het papier is bijgevuld, kunt u
de Start-toets indrukken op het
bedieningspaneel om het kopiëren
te hervatten.
De papiersoortinstelling wijzigen
indien u het papierformaat en de
papiersoort dient te wijzigen.
De papiersoortinstelling wordt door
de beheerder uitgevoerd. Voor meer
informatie "2.3
Papierinvoerinstellingen
controleren/wijzigen" raadplegen.
(5)Hendels
A
vastpakken
verschuiven en uitlijnen
met de randen van het
papier.
U hoort een klik wanneer de
geleiders in de juiste positie zijn
geplaatst.
(6)Het
label
papierformaat
lade plakken.
3
De lade voorzichtig en
volledig
naar
duwen.
Wanneer de lade op de juiste
manier is geplaatst, wordt het
bericht "Start indrukken om door
te gaan." weergegeven.
4
Via
Papierinvoer
controleren
of
papierlade juist wordt weergegeven.
Indien het gewijzigde papierformaat niet wordt weergegeven, stap 5 herhalen
en controleren of hendels A en B in de juiste stand staan.
2.2 Papier plaatsen/papierformaat in laden wijzigen
en
B
en
met
het
op
de
binnen
op
het
scherm
het
gewijzigde
papierformaat voor
Basistoepassingen
de
31