In dit gedeelte wordt beschreven hoe de mode Systeembeheerder wordt geactiveerd en afgesloten.
Aangezien we het bedieningspaneel van het kopieerapparaat dienen te gebruiken om de mode
Systeembeheerder te activeren, wordt ook beschreven hoe naar de mode Systeembeheerder kan worden
overgeschakeld.
Er zijn twee modes voor de systeembeheerder:
• Mode Hulpprogramma's
• Mode Auditronbeheerder
8.1.1
Mode Systeembeheerder gebruiken
Wanneer we de mode Systeembeheerder willen gebruiken, dienen we over te schakelen van het
gebruikelijke bedieningspaneel naar het bedieningspaneel van het kopieerapparaat. In de volgende
procedure wordt beschreven hoe overgeschakeld wordt op de mode Systeembeheerder.
In deze handleiding wordt het bedieningspaneel dat normaliter wordt gebruikt voor kopiëren het
hoofdbedieningspaneel genoemd en het bedieningspaneel dat voor de mode Systeembeheerder
wordt gebruikt, het bedieningspaneel van het kopieerapparaat.
Hoofdbedieningspaneel
Het bedieningspaneel van het kopieerapparaat uitsluitend gebruiken voor het verrichten van instellingen voor de mode
Systeembeheerder.
306
Mode Systeembeheerder
8.1
Bedieningspaneel kopieerapparaat