In dit gedeelte worden de namen en functies van elk onderdeel van het kopieerapparaat beschreven.
In het schema hieronder wordt aangegeven hoe het apparaat eruitziet wanneer alle optionele producten zijn geïnstalleerd.
Nr.
Naam
1
Afdekklep
2
Hoofdbedieningspaneel
3
Glasplaat
4
Bedieningspaneel
kopieerapparaat
5
Voordeur
6
Laden 1, 2, 3 en 4
7
Paneel linksonder
2
Hoofdonderdelen en
1.1
functies daarvan
Om het origineel plat te drukken dat op de glasplaat is geplaatst.
De dubbelzijdige automatische originelendoorvoer (DAOD) is geïntegreerd in
deze afdekklep.
Bevat bedieningstoetsen, indicatielampjes en het aanraakscherm.
Dit bedieningspaneel wordt gebruikt voor de meeste bewerkingen.
Om het origineel op te plaatsen dat u wilt kopiëren.
De klep optillen om instellingen door te voeren in de mode Hulpprogramma's
en Auditronbeheer. Wanneer u de mode Hulpprogramma's en Auditronbeheer
wilt gebruiken, schakelt u de bediening over van het hoofdbedieningspaneel
naar het bedieningspaneel van dit kopieerapparaat.
Openen voor het verhelpen van papierstoringen en het vervangen van de
afdruk/tonercassette.
Papier plaatsen.
Openen voor het verhelpen van papierstoringen.
Functie
"1.3 Aanraakscherm gebruiken"
"8.1.1 Mode Systeembeheerder gebruiken"