6.6 Bestanden afdrukken
Wanneer de afwerkeenheid is
geïnstalleerd, worden
samengevoegde kopiebestanden
afgedrukt en afgeleverd in de
afdrukkenopvangbak van de
afwerkeenheid. Indien een
kopiebestand echter
scheidingsvellen voor transparanten
bevat of andere pagina's die niet
naar de afwerkopvangbak kunnen
worden verzonden, wordt het
automatisch afgeleverd bij de
opvangbak.
De instelling voor nieten/voorboren
geeft een positie op het afdrukpapier
aan. De positie instellen voor een
bestand dat met de beeldzijde
omlaag wordt afgeleverd.
Voor een controle van de
beeldpositie na nieten/voorboren
wordt aanbevolen de resultaten te
controleren via Eerste pagina
afdrukken.
Indien de toepassing Vouwen of
Katern maken is geprogrammeerd
voor de bestanden, kunt u
Afwerking toevoegen niet
selecteren.
252
(2)De bestanden selecteren die moeten worden afgedrukt.
3
Met de aantaltoetsen het gewenste aantal kopieën invoeren
en vervolgens Start indrukken op het bedieningspaneel.
Het scherm Bestand afdrukken wordt weergegeven.
4
Het gewenste afdruktype selecteren.
De instelling hier heeft een hogere prioriteit dan die bij het opslaan van het
bestand, maar wordt niet opgeslagen.
Bij nieten/voorboren:
U kunt nieten of voorboren instellen. Als het geselecteerde bestand is
geprogrammeerd met de toepassing nieten/voorboren, heeft deze instelling een
hogere
prioriteit
dan
bestandsniveau zijn ingesteld.
(1)Afwerking toevoegen selecteren.
Het scherm Afwerking toevoegen verschijnt.
(2)Niet- of boorpositie selecteren.
Voor boren kan alleen een enkele positie (richting portret) worden opgegeven.
de
instellingen
voor
nieten/voorboren
die
op