Inhoudsopgave
Advertenties
de desbetreffende wetschakelaar om te bepalen
welke maai-eenheden zullen worden gewet.
7
Zet de schakelaar Enable/Disable
(inschakelen/uitschakelen) in de positie
ENABLE (inschakelen). Zet de
bedieningshendel Lower Mow/Lift (Neerlaten
Maaien/Ophalen) naar voren om te beginnen met
het wetten van de geselecteerde messenkooien.
8. Breng het wetmiddel aan met de lange borstel
(Toro Onderdeelnr. 29-9100). Gebruik nooit een
korte borstel (Afb. 57).
Afbeelding 57
1. Lange borstel
9. Als de messenkooien stil komen te staan of
onregelmatig draaien tijdens het wetten,
onderbreekt u het wetten door de
bedieningshendel Lower Mow/Lift (Neerlaten
Maaien/Ophalen) naar achteren te zetten. Als de
messenkooien tot stilstand zijn gekomen, zet u
de gewenste knop(pen) voor de toerentalregeling
van de messenkooien een positie dichter in de
richting van "13." Om het wetten te hervatten,
zet u de bedieningshendel Lower Mow/Lift
(Neerlaten Maaien/Ophalen) naar voren.
10. Als u de maai-eenheden tijdens het wetten wilt
afstellen, schakelt u de messenkooien UIT door
de bedieningshendel Lower Mow/Raise
(Neerlaten Maaien/Ophalen) naar achteren te
zetten; zet de schakelaar Enable/Disable
(inschakelen/uitschakelen) in de positie Disable
(uitschakelen) en schakel de motor UIT. Als de
maai-eenheden zijn afgesteld, herhaalt u stappen
5–9.
11. Wet de messenkooien net zo lang totdat u er
papier mee kunt snijden.
Onderhoud
12. Wanneer de maai-eenheden op adequate wijze
worden gewet, ontstaat er een braam op de
voorzijde van het mes. Verwijder deze braam
voorzichtig met een vijl zonder de snijkant bot te
maken (Afb. 58).
13. Herhaal de procedure voor alle maai-eenheden
die moeten worden gewet.
Wanneer het wetten klaar is, zet u de
wetschakelaars weer in de vrij-positie, laat u de
stoel zakken en spoelt u alle wetmiddel van de
maai-eenheden. Stel het contact tussen snijplaat
en messenkooien af, indien dit nodig is.
N.B. : als de wetschakelaars na het wetten niet
worden teruggezet in de vrij-positie, zullen de
maai-eenheden niet goed kunnen worden
opgehaald of worden gebruikt.
Voorbereidingen voor
winteerstalling
Tractie-eenheid
1. Reinig de tractie-eenheid, de maai-eenheden en
de motor grondig.
2. Controleer de bandenspanning. Breng alle
banden van de tractie-eenheid op een spanning
van 103–138 kPA (15–20 psi).
3. Controleer of alle bevestigingen vast zitten; zet
ze vast indien nodig.
41
Afbeelding 58
Advertenties
Inhoudsopgave
