bevredigend is. De knoppen voor de
toerentalregeling van de messenkooi kunt u
draaien in een positie aan beide zijden van de
positie die is aangegeven op de afbeelding.
Hierdoor kan het toerental worden aangepast aan
de verschillende grascondities, de lengte van het
gras dat wordt gemaaid, en de persoonlijke
voorkeur van de opzichter. Als u meer gras wilt
maaien en dit iets meer zichtbaar wilt maken, zet
u de knoppen voor de toerentalregeling van de
messenkooien een positie lager dan is
aangegeven. Als u minder gras wilt maaien en
dit iets minder zichtbaar wilt maken, zet u de
knoppen voor de toerentalregeling van de
messenkooien in een positie hoger dan is
aangegeven.
N.B. : het toerental van de messenkooien kan
worden verhoogd of verlaagd aan de hand van de
gazoncondities.
Het afstellen van de
neerwaartse druk van de
liftarmen (Afb. 17)
De veer voor de neerwaartse druk op de liftarmen
van de achterste maai-eenheden kan worden
aangepast aan de hand van verschillende
gazoncondities. Een verminderte neerwaartse druk
zorgt ervoor dat de maai-eenheden op de grond
blijven tijdens het maaien met hogere snelheden, en
de maai-hoogte onder zware omstandigheden en in
gebieden waar veel grof gras of riet groeit, hetzelfde
blijft.
Elke veer voor neerwaartse druk kan in drie
verschillende standen worden gezet. Met elke stap
wordt de neerwaartse druk van de maai-eenheid
verhoogd of verlaagd.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, zet de motor af,
schakel de parkeerremmen in en haal de sleutel
uit de contactschakelaar.
De veren staan onder spanning, ga voor-
zichtig te werk bij het afstellen.
LET OP
Bediening
1. Veer voor neerwaartse druk
2. Veerbeugel
3. Instellingsposities
2. Verwijder de tapbout en de borgmoer terwijl u de
veerspanning verlaagt.
3. Zet de veerbeugel in de gewenste positie en draai
de tapbout en de borgmoer weer vast, terwijl u
de veerspanning verlaagt.
Het slepen van de tractie-
eenheid
Indien het nodig is de machine te slepen, sleept u
deze uitsluitend voorwaarts en met een snelheid van
maximaal 8 km/uur.
NB: Indien u deze sleeplimieten overschrijdt, kan de
hydrostatische transmissie ernstig worden
beschadigd.
Om een defecte machine te slepen:
1. Draai de tapbouten los waarmee de aandrijfas
aan de motor is gekoppeld en verwijder ze. Draai
de tapbouten los waarmee de aandrijfas aan de
transmissie is verbonden (Afb. 18). Verwijder de
aandrijfas.
Belangrijk: als de aandrijfas niet wordt
verwijderd voordat de machine wordt
gesleept, kan de overbrengingsas niet draaien
en wordt de transmissie niet meer inwendig
gesmeerd. De hydrostatische transmissie zal
hierdoor ernstige schade oplopen.
2. Maak een geschikte ketting, spanband of kabel
vast aan het midden van het voorste frame-
element (Afb. 19).
19
Afbeelding 17