Inhoudsopgave
Advertenties
5. Gebruik de machine en controleer de remweg.
Herhaal de procedure indien gewenst.
NB: Door de afstand tussen de binnenkant van
de lus van de oogbout en de binnenkant van de
ankerplaat kleiner te maken, wordt de kracht op
het tractiepedaal vergroot. Zorg er daarom voor
dat de afstelling niet te groot is.
Het afstellen van de
serviceremmen
LET OP
Schakel de motor uit en neem de sleutel uit het
contact alvorens onderhouds- of afstelwerkzaam-
heden aan de machine uit te voeren.
Stel de serviceremmen af wanneer er meer dan
2,5 cm speling op het rempedaal zit, of wanneer de
remmen niet naar behoren functioneren. Met speling
wordt bedoeld de afstand die het rempedaal wordt
verplaatst voordat er remweerstand voelbaar wordt.
1. Haal de borgpen van de rempedalen los zodat
beide pedalen onafhankelijk van elkaar kunnen
functioneren.
2. Om de speling op de rempedalen te verkleinen,
draait u de remmen vast – draai de voorste moer
op het draadeinde van de remkabel los. Draai
vervolgens de achterste moer vast om de kabel
naar achteren te halen totdat de rempedalen 1,25
cm tot 2,5 cm speling hebben. Draai de voorste
moeren aan nadat de remmen correct zijn
afgesteld.
Afbeelding 51
Onderhoud
➀
37
Het verversen van de
transmissievloeistof (Afb. 52)
Ververs onder normale omstandigheden de trans-
missievloeistof om de 800 bedrijfsuren.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, schakel de motor
uit, activeer de parkeerremmen en neem de
sleutel uit het contact.
2. Reinig de plek rondom de aanzuigleiding onder
bij de transmissie. Plaats een opvangbak onder
de leiding.
2
Afbeelding 52
1. Aanzuigleiding transmissie
2. Oliefilter transmissie
3. Haal de leiding los van de transmissie waardoor
de vloeistof in de opvangbak kan lopen.
4. Sluit de aanzuigleiding weer aan op de
transmissie.
5. Vullen met olie; zie Het controleren van de
transmissievloeistof.
6. Voordat u de motor start nadat de transmissie-
vloeistof is ververst, koppelt u de draai-elektro-
magneet op de motor en activeert u enkele malen
de startmotor gedurende 15 seconden. Hierdoor
kan de drukpomp de transmissie vullen met
vloeistof voordat de motor wordt gestart.
Het vervangen van het
transmissiefilter
Vervang het transmissiefilter na de eerste 10 bedrijfs-
uren en daarna om de 800 uur. Ter vervanging kan
alleen het Toro filter (Onderdeelnr. 75-1330) worden
1
Advertenties
Inhoudsopgave
