GLP-Data
Gebruik deze optie om GLP-informatie aan te vullen met specifieke identi-
ficatiegegevens. Wanneer deze zijn ingeschakeld, worden deze ID-labels
opgenomen in de GLP-sectie van alle datalogs voor alle werkwijzen. Elk
gegevensveld kan maximaal 10 tekens gebruiken.
De beschikbare velden zijn:
Operator ID: om de naam van de operator toe te voegen
Instrument ID: om een instrument te benoemen met een discrete naam,
locatie of nummer
Bedrijfsnaam: de bedrijfsnaam in het GLP-gegevensveld.
Aanvullende info: twee gegevensvelden voor algemene notities of notaties.
Om de GLP-gegevens toe te voegen:
• Druk op SETUP in de meetmodus.
• Druk op SYSTEM SETUP
• Gebruik de ONDER/BOVEN-pijltjes om GLP Data te kiezen.
• Druk op SELECT en gebruik de ONDER/BOVEN-pijltjes om de gewenste
optie te kiezen.
• Druk op SELECT om de gewenste informatie aan te passen.
• Voer de gewenste informatie in door het gemarkeerde teken te accepte-
ren dat aan de tekstbalk is toegevoegd, met SELECT. Het is ook mogelijk
om het laatste teken te verwijderen door de cursor op het backspace-te-
ken te plaatsen en te drukken op SELECT.
• Druk op ESCAPE om terug te keren naar de GLP-opties. Als opslagbe-
vestiging is ingeschakeld, druk dan op YES om de gewijzigde optie te
accepteren, NEE om niet op te slaan of CANCEL om terug te keren naar
17