• Verwijder vorige kalibraties door te drukken op CLEAR CAL
• Wacht op stabilistatie. De 0. 000 µS/cm kalibratiepunt zal verschijnen op
het scherm.
• Druk op ACCEPT om de kalibratie te beëindigen.
• Druk op ESCAPE om het menu te verlaten of ga door met kalibratie van
andere standaardoplossingen.
De offset kalibratie kan enkel uitgevoerd worden als geen andere kalibratiepunten
uitgevoerd zijn. Verijder eerst oude punten.
KALIBRATIE CELCONSTANTE (IN OPLOSSING)
Eenpunts kalibratie
• Selecteer de eenpunts kalibratie (zie Conductiviteit). Giet een kleine hoe-
veelheid standaardoplossing in een schone beker Gebruik indien mogelijk
plastic bekers om interferenties te voorkomen.
• Voor nauwkeurige kalibratie en om kruisbesmetting tot een minimum
te houden, gebruik twee bekers voor elke standaardoplossing. Een voor
spoelen en een voor kalibratie.
• Dompel de elektrode in de spoelbeker.
• Draai de elektrode rond in de oplossing. Stijg en zak drie keer om de cel te
vullen met oplossing.
• Dompel de elektrode in de tweede beker.
• Draai rond en tik op de elektrode om luchtbellen te verwijderen. Stijg en
zak drie keer om representatief monster te verzekeren.
• Ga naar kalibratiemodus door te drukken op CAL.
• Wacht op stabilistatie.
• Als automatische standaardherkenning is gekozen, wordt een kalibratie-
punt automatisch weergegeven (84 µS/cm, 1413 µS/cm, 5. 0 mS/cm, 12.
88 mS/cm, 80. 0 mS/cm, 111. 8 mS/cm). Een andere standaard waarde
kian gekozen worden met de ONDER/BOVEN-pijltjes.
• Als User Standard in Setup is geselecteerd, wordt een pop-upvenster
voor de aangepaste standaardwaarde gevraagd.
• Druk op ACCEPT om de kalibratie te beëindigen of ESCAPE.
• De elektrode dient gespoeld te worden in gedeïoniseerd water.
• Schud overtollig water af.
108