Eén mol sulfide-monster reageert met 1 mol lood-standaard (f = 1).
Toevoeging analyt en Analytsubtractie (Analiet toevoeging en Analiet ver-
mindering)
Analiet toevoeging en vermindering zijn variaties op de twee vorige metho-
des.
Bij Toevoeging analyt, wordt het monster (analiet) toegevoegd aan een te
meten ionstandaard. De standaard en het monster bevatten hetzelfde ion.
mV worden genomen voor en na de monstertoevoeging. Vanuit mV wordt de
analietconcentratie bepaald.
Bij Analytsubtractie, wordt het monster (analiet) toegevoegd aan een te
meten ionstandaard. Het analiet reageert op een bekende manier met het
gemeten ion, waardoor de gemeten ionen vanuit de vloeistof worden verwij-
derd. Vanaf de wijziging in mV wordt de concentratie van het analiet bepaald.
waarbij: C
samp
Cstd
V
-het monstervolume;
samp
V
-het standaardvolume;
std
V
-ISA-volume;
ISA
∆E
-het potentiaalverschil vanuit de elektrode;
S
-de elektrodestijging, bepaald in een vorige kalibratie;
f
-stoichiometrische verhouding tussen monster en standaard;
Temperatuur heeft een effect op pH. De kalibratie-buffervloeistoffen worden
in mindere mate aangetast door de temperatuurwijzigingen dan de normale
vloeistoffen.
Tijdens de kalibratie kalibreert het instrument automatisch de pH-waarde
overeenkomstig de gemeten of ingestelde temperatuur.
TEMP
°C
°K
°F
0
273
32
5
278 41
134
-de monsterconcentratie;
-de standaardconcentratie;
pH-BUFFERS
1, 679
3, 000
4, 010
1, 670
3, 072
4, 007
1, 670
3, 051
4, 002
6, 862
7, 010
9, 177
6, 982
7, 130
9, 459
6, 949
7, 098
9, 391
10, 010
12, 454
10, 316
13, 379
10, 245
13, 178