op het voorste display om deze functie te starten. Realtime continue metin-
genworden weergegeven terwijl "AutoHold" knippert en realtime continue
logregistratie in het geheugen van de meter, totdat de meter de stabiliteits-
criteria bereikt om naar de modus AutoHold te gaan. De opgeslagen mon-
sterlogregistraties worden gemarkeerd met een "H" om de modus AutoHold
aan te duiden. De virtuele toets CONTINUOUS READING keert de bewerking
terug naar realtime continue metingen en STOP LOG stopt de sessie logregis-
tratie.
4) Direct/AutoHold Reading Mode en Manual Log (Directe/AutoHold Uit-
leesmodus en Handmatige logregistratie)
Druk op LOG om een nieuwe registratie toe te voegen aan het lograpport. Het
handmatige logboek werkt zelfs indien de modus AutoHold of Continuous
Reading is geopend. Druk op AUTO HOLD om de Auto Hold-gebeurtenis te
starten. "AutoHold" wordt weergegeven tot het stabiliteitscriterium is bereikt
en vervolgens wordt het scherm vastgezet in de modus Auto Hold, de gege-
vens worden gemarkeerd met een "H".
5) Direct/AutoHold Reading Mode en Auto Hold Log (Directe/AutoHold-uit-
leesmodus en Logregistratie Auto Hold)
Druk op START LOG en vervolgens op de toetsen AUTO HOLD om de automa-
tische vastlegging van stabiele gegevens te starten en te automatiseren, die
zijn opgeslagen in het bestand Recall Manual Log (Handmatige logregistratie
opvragen). Tijdens het proces wordt "AutoHold" weergegeven totdat het sta-
biliteitscriterium is bereikt en vervolgens wordt het scherm vastgezet in de
modus AutoHold, de gegevens worden geregistreerd en gemarkeerd met een
"H". De virtuele toets CONTINUOUS READING brengt de bewerking terug naar
de real-time continue meting. Druk nogmaals op AUTO HOLD om een tweede
stabiele gegevenspunt te registreren. De batch-ID en de registratie-index
127