Paragraaf 5 Onderhoud
5.1 Onderhoudsschema
Visuele inspectie
Systeeminspectie
Kalibratiecontrole
1
Bij gebruik met de fabrieksinstellingen en in overeenstemming met het gebruiksdoel
5.2 Onderhoud van de connectoren op de sensor
De binnenkant van de sensor is onderhoudsvrij.
Voor de nauwkeurigheid van de metingen is het van essentieel belang dat het
meetvenster schoon is. Controleer regelmatig of het meetvenster schoon is. Het hangt
van het meetmedium af hoe vaak deze controle moet plaatsvinden. Voer deze controle
ook uit in het geval van uitzonderlijk hoge meetwaarden en maak het meetvenster, indien
nodig, schoon (zie paragraaf
Voor sensoren met een reinigingseenheid, dient u de reinigingsfrequentie aan te passen
aan de meetomstandigheden. Hoe meer vaste stoffen het meetvenster kunnen
verontreinigen, des te korter moet het reinigingsinterval zijn.
Bij meting van corrosieve media dient u er rekening mee te houden dat onderdelen van het
ophangsysteem (harpsluiting en ketting van de kettingarmatuur) zijn gemaakt van roestvrij staal
en kunnen corroderen.
Toepassingsafhankelijk
Om de 2 jaar
Om de 2 jaar
Neem om de 2 jaar contact op met de serviceafdeling van de fabrikant, voor inspectie,
tests, kalibratie en vervanging van de afdichting. Daarnaast moet de flitslamp om de 4 jaar
worden vervangen.
De 8-polige connector op de sensor is geschikt voor continu gebruik onder water. De
connector wordt in de fabriek gesmeerd met high-performance vet en vergt, afgezien van
de aanbevolen inspectiebeurten van de sensor, geen extra onderhoud.
De prestaties van de connectoren kunnen op de volgende manier worden gehandhaafd:
•
Bescherm de neopreen componenten van de connector tegen hoge temperaturen en
intensieve zonnestraling. Indien dit niet kan worden voorkomen, bevochtig de
uitgedroogde neopreen componenten dan met schoon en helder water. Draai
vervolgens de connector los.
•
De pennen moeten altijd licht gesmeerd zijn. Breng slechts een zeer dunne
smeermiddelfilm aan. Aanbevolen smeermiddelen zijn Loctite 8021 als spray of
Molykote 44 Medium.
Het smeermiddel mag niet in contact komen met het meetvenster.
•
Verwijder zandkorrels en vaste deeltjes uit de kabelschoen.
•
Als u de connector wilt losdraaien, schroef dan de veiligheidshuls los en trek de
stekker er in lengterichting uit.
•
Buig de stekker niet en trek niet aan de kabel.
5.3 op pagina
26).
L E T O P
Interval
Onderhoudstaak
Op verontreiniging en corrosie
controleren.
Stekkers en flitslamp controleren.
Kalibratie controleren
1
25