4.4.2 SENSOR SETUP (vervolg)
KIES SENSOR (als er meer dan één sensor is)
CONFIGUREREN
WIJZIG NAAM
SET PARAMETER
SELECT EENHEID
GEMIDDELDE
LOG SETUP
GAINWAARDE
SET DEFAULTS
DIAG/TEST
PROBE INFO
SENSORNAAM
WIJZIG NAAM
SERIENUMMER
MEETBEREIK
TYPE NR.
SOFTWAREVERSIE
TELLER
TOTALE TIJD
ONDERHOUD
VERVANG LAMP
TEST/ONDERHOUD
SET UITGANGEN
BLOKKEREN
AAN
TRANS. INSTEL.
SIGNALS
LAMPSTROOM
DIAG/TEST
NULPUNT
CUBE CAL
De naam mag uit maximaal 16 tekens bestaan,
DEFAULT CONFIG: serienummer van sensor
PAH: meetwaarde in relatie tot kalibratiestandaard voor PAK's
OIL: meetwaarde in relatie tot kalibratiestandaard voor olie
DEFAULT CONFIG: PAH
ppb, ppm, μg/l, mg/l,
DEFAULT CONFIG: ppb
1 tot 300 s,
DEFAULT CONFIG: 3 s
5 s, 30 s, 1 min, 2 min, 3 min, 4 min, 5 min, 6 min, 10 min, 15 min, 30 min,
DEFAULT CONFIG: 10 min
Bereik van 0 tot 500 ppb: AUTO, 0,01 tot 50, 0,01 tot 500,
bereik van 0 tot 5000 ppb: AUTO, 0,01 tot 500, 0,01 tot 5000
DEFAULT CONFIG: AUTO
Controlevraag,
de standaardwaarden voor alle bovengenoemde menuopties instellen.
Naam van instrument
Serienummer van instrument
0 tot 500 of 0 tot 5000
Artikelnr. sensor
Software van sensor
Teller voor totale tijd
Aflopende dagteller
Aflopende dagteller
Gedrag van instrumentuitgang in het menu SERVICE
Intensiteit van flitslamp
Nulpunts- en steilheidscontrole met externe standaarden
Service beveiligd met wachtwoord
Werking
21