Algemene informatie
2.5 Functietest
12
Lees eerst de bedieningsinstructies voor de controller, voordat u de spanning inschakelt.
Voer een functietest uit nadat de componenten uit de verpakking zijn verwijderd.
1. Sluit de connectorkabel aan op de sensor (8-polige gepolariseerde connector) en op
een geschikte sc controller (5-polige gepolariseerde connector) (zie paragraaf
pagina
13).
2. Schakel de spanning van de sc controller in. Het display wordt geactiveerd en de
sensor schakelt naar de meetmodus.
De sensor tikt zachtjes en regelmatig.
3. Dek het meetvenster van de sensor af met een vel wit papier (gebruik geen
kringlooppapier).
4. Varieer de afstand tussen het meetvenster en het papier.
De meetwaarde op het display verandert dan.
Opmerking: In lucht is de getoonde meetwaarde niet exact gelijk aan nul door reflecties op het
vensteroppervlak (zie paragraaf
V O O R Z I C H T I G
4.5.3 op pagina
23).
3.1 op