8.4
Sjorren in een transportvoertuig
Z
Figuur 13: Sjoroog (4 x)
De verantwoordelijkheid voor veilig laden ligt bij de betreffende verlader!
Let bij het vastzetten in het transportvoertuig op het volgende:
• De laadruimte van het transportvoertuig moet altijd schoon en droog zijn.
• De gebruikte spanbanden moeten geschikt zijn voor het totale gewicht van de machine (ca. 1051 kg).
• Het vervoer gebeurt door middel van sjorren: Hier wordt de machinepallet beveiligd door middel van wrij-
vingsvergrendeling. De lading wordt zo stevig op het laadvlak gedrukt dat ze niet meer kan wegglijden. Het
klemgereedschap moet een hoge STF-waarde hebben bij de wrijvingsverbinding, zoals lange hefboomratels.
• Bovendien moeten antislipmatten worden gebruikt voor nog meer veiligheid.
• De ideale sjorhoek (α) voor het vastzetten van bindingen is 83° tot en met 90°. Daarom moeten de spanban-
den bijna verticaal naar beneden worden getrokken. Naarmate de hoek kleiner wordt, neemt de voorspan-
kracht van de spanbanden af.
• Neem bij het transport het toegestane totaalgewicht van het transportvoertuig in acht.
• Ervoor zorgen dat de toegestane asbelasting van het transportvoertuig in acht wordt genomen. De lading
moet gelijkmatig over alle assen van het voertuig worden verdeeld.
8.5
Tussentijdse opslag
Als de machine niet onmiddellijk na levering in gebruik wordt genomen, moet zij zorgvuldig op een beschermde
plaats worden opgeborgen. Dek het apparaat af zodat stof en vocht niet kunnen binnendringen.
• Dek de machine af zodat stof en vocht niet kunnen binnendringen.
• De kale, niet-oppervlakte behandelde delen (bijvoorbeeld het tafelblad) worden voorzien van een conserve-
ringsmiddel. Deze moet van tijd tot tijd op doeltreffendheid worden gecontroleerd en zo nodig worden ver-
nieuwd.
BA_PH_690-100_NL_39-23.docx
Om de gepalletiseerde machine in een transportvoertuig te vervoeren, wordt aan
elk van de vier zijden van de machine een sjoroog (Z) voor één spanband bevestigd.
Er moet een aparte spanband worden gebruikt voor elk van de 4
sjorogen, die elk afzonderlijk worden aangespannen op de vloer
van de laadvloer!
De verantwoordelijkheid voor veilig laden ligt bij de betreffende verlader!
35