3 Montage en plaats van detectors
AANDACHTSPUNT
De plaatsing van de zenders en sensoren moet gebeuren in overeenstemming met alle relevante lokale
en nationale wetten, standaarden of praktijkrichtlijnen. Vervang detectoren altijd door detectoren van
hetzelfde type. De detector moet worden gemonteerd op een plaats waar de meeste kans bestaat dat er
gas aanwezig is. Bij de plaatsing van gasdetectoren dient men rekening te houden met het volgende.
• Bij het plaatsen van detectoren dient u rekening te houden met eventuele
beschadiging door weersinvloeden, bijv� regen of overstroming�
• Zorg ervoor dat de detector gemakkelijk toegankelijk is voor
functietests en onderhoud�
• Denk eraan hoe ontsnappend gas zich gedraagt bij natuurlijke of
gedwongen luchtstromen�
OPMERKINGEN:
Voor de plaatsing van de detectoren volgt u het advies van experts die
gespecialiseerd zijn in gasverspreiding, experts die op de hoogte zijn
van de procesinstallatie en de bijbehorende uitrusting, het veiligheids-
en technisch personeel. De overeenstemming die werd bereikt over de
plaatsing van de detectoren, moet worden vastgelegd.
CSA-certificering geldt niet voor de XNX EC-cartridges of de externe
bevestigingskit van de XNX EC-cartridge, voor de aan elkaar gekoppelde
XNX transmitters voor brandbaar gas of het gebruik van HART
Foundation Fieldbus, gebruikt voor de prestatie van detectors voor brandbaar
gas. HART
voor dataverzameling of administratie inzake de detectie van brandbaar gas.
Door FM goedgekeurde configuraties (raadpleeg de technische handleiding
van de XNX Universal Transmitter, deel 6.3 'NXN-certificaties op basis van
onderdeelnummerserie') beperken ook het gebruik van HART
Foundation Fieldbus tot diagnostiek, dataverzameling en documentatie.
De XNX Universal Transmitter is gecertificeerd en ontworpen voor
wereldwijde installatie en gebruik in gevaarlijke omgevingen.
3.1 Montage van de XNX Universal Transmitter
De XNX Universal Transmitter kan op verschillende manieren worden
gemonteerd met behulp van de geïntegreerde montageschoenen.
Met behulp van de montageschoenen kan de XNX worden bevestigd op:
• Een vlakke muur
• Unistrut
®
Met de optionele leidingmontagekit kan de XNX worden gemonteerd op een
leiding met een diameter van 50 tot 150 mm.
Er bestaat ook een kit met plafondmontagebeugels (1226A0358).
OPMERKINGEN:
De certificeringen vereisen dat EC- en mV-sensoren naar beneden gericht zijn.
Optima-sensoren moeten horizontaal worden gemonteerd.
8
, Modbus, of Foundation Fieldbus mag alleen worden gebruikt
®
XNX Universal Transmitter Beknopte handleiding
, Modbus, of
®
, Modbus en
®