4.3 POD-aansluitingen
De afbeelding in figuur 4 toont de beschikbare aansluitingen van elk klemmenblok
voor elk type persoonlijkheidskaart.
E
F
Kaarttype
Functie
EC-persoonlijk-
heid
mV-persoon-
4-20 mA
lijkheid
uitgang
IR-persoonlijk-
heid
Kaarttype
Functie
IR-persoonlijk-
IR 4-20 mA
heid
ingang
Kaarttype
Aansluiting
Relais
TB4
Modbus
SW5
®
Foundation
SW5
Fieldbus
4.4 4-20 mA uitvoer, gezamenlijke aansluitingen en stroom
Instelling 4-20 mA werking; S1 en S2
Bij de XNX Universele Transmitter kan de gebruiker de 4-20 mA uitgang
configureren voor de werkstanden Sink, Source of Geïsoleerd door middel van
twee programmeerschakelaars op de POD. De volgende tabel toont de S1- en
S2-instellingen en de overeenkomstige uitgangsconfiguratie.
16
Tabel A
S1 S2
Bron
Sink
Gesoleerd
Tabel C
S3 S4
Bron
Sink
Tabel E
Functie
Externe
reset-connector
Buslusafsluitingen
Simulatiestand
Uitgangconfiguraties
Bron
Sink
Gesoleerd
J1 – Alleen extern HART
A
B
C
persoonlijkheidskaart klemmenblok
D
Kaarttype
EC-persoonlijkheid
mV-persoonlijkheid
IR-persoonlijkheid
Kaarttype
EC-persoonlijkheid
IR-persoonlijkheid
Kaarttype
Relais
Modbus
Foundation
Fieldbus
S1
Omlaag
Omhoog
Omlaag
XNX Universal Transmitter Beknopte handleiding
-contact
®
Figuur 4. Uitleg bij XNX
Tabel B
Aansluiting
Stroom, 4-20 mA
TB1
Tabel D
Aansluiting
J2
TB2
Tabel F
Aansluiting
TB3
TB3
®
TB3
S2
Omhoog
Omlaag
Omlaag
Functie
Stroom, 4-20
mA, sensor
Stroom, 4-20
mA, IR stroom
en signaal
Functie
EC IS-barrière
Com A en B
Functie
Relaisuitgang
Gegevensaans-
luiting
Gegevensaans-
luiting