leiden tot een kortstondige positieve afwijking van de waarde van het apparaat� Een
plotselinge afname in de vochtigheid van de omgeving kan leiden tot een kortstondige
negatieve afwijking van de waarde van het apparaat� Het is het meest waarschijnlijk
dat deze voorkomen tijdens het kalibreren met droog gas of cilindergas�
Bij het kalibreren van waterstofsulfidecartridges moet u rekening houden met het
volgende wanneer u de procedure in 8.1.1 uitvoert:
1� Gebruik een persgascilinder van 20,9% Vol zuurstof (geen stikstof)
om de sensor op nul te kalibreren� Gebruik geen achtergrondlucht�
2� Als u een bereikkalibratie uitvoert, moet het bereikkalibratiegas
onmiddellijk na de nulkalibratie worden gepresenteerd aan de sensor�
Laat de sensor niet terugkeren naar omgevingslucht�
8.1.4 Productleven van de XNX EC-sensor
De levensduur van een sensor voor giftig gas is afhankelijk van de toepassing, de
frequentie en de omvang van de gasblootstelling. Onder normale omstandigheden,
met een 3-maandelijkse visuele controle en 6-maandelijkse test/kalibratie, heeft de
sensor voor giftige gassen minstens de volgende verwachte levensduur:
• 12 maanden voor sensoren voor ammoniak en waterstoffluoride.
(Zie onderstaande opmerking over ammoniak)�
• 24 maanden voor sensoren voor chloordioxide, zuurstof en andere
giftige gassen�
AANDACHTSPUNT
In een zuurstofarme atmosfeer (minder dan 6% V/V) kunnen de metingen en prestaties onnauwkeurig zijn.
OPMERKING:
Elektrochemische ammoniakcellen zijn betrouwbaar en geschikt voor
toepassingen waar geen achtergrondconcentratie van ammoniak bestaat. In
deze omstandigheden werken de cellen gemiddeld 12 tot 24 maanden.
Deze ammoniakcellen zijn van het verbruikstype. De levensduur kan worden
verkort door voortdurende of overmatige blootstelling aan ammoniak, of door
langdurige blootstelling aan hoge temperaturen en vocht.
Om een voortdurende detectie te verzekeren wordt het aangeraden dat de
detectoren regelmatig aan een bumptest worden onderworpen, en dat een
geschikt celvervangingsprogramma wordt uitgevoerd.
8.1.5 Nul- en bereikkalibratie voor de MPD-sensoren
AANDACHTSPUNT
Langdurige of frequente blootstelling aan hogere concentraties brandbare gassen
kan gevolgen hebben voor de gevoeligheid van de sensor. Controleer de prestatie
van de sensor door frequente kalibratie.
AANDACHTSPUNT
Voorafgaand aan de eerste kalibratie dient de detector zich gedurende 30 minuten te stabiliseren
nadat de stroom is ingeschakeld. In de stand nul- en bereikkalibratie wordt de uitgangsstroom van de
detector geblokkeerd (standaard 3 mA) om valse alarmen te vermijden.
50
XNX Universal Transmitter Beknopte handleiding