Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ammann AVH 5020 AVH 5030 Vertaling Van De Originele Gebruiksaanwijzing pagina 27

Inhoudsopgave

Advertenties

7.0.4 Extern laden
• Lees hiervoor de gebruiksaanwijzing van de accufabrikant en
volg de instructies op.
• Vóór het laden de elektrolytstand controleren en indien nood-
zakelijk, nivelleren (zie punt 7.0.5. "Onderhoud").
• De accu uitsluitend met een daarvoor geschikt, spanningsge-
regeld laadapparaat met een identieke nominale spanning la-
den, anders moet de accu worden afgeklemd / uitgebouwd.
Aanbeveling:
Laadstroom:
1/10 ampère van het accuvermogen Ah.
Laadspanning:
14,4 V
• Nooit bevroren accu's of accu's met een temperatuur boven
de 45 °C laden.
• Pluspool (+) van de accu met de pluspool van het laadappa-
raat en de minpool (-) van de accu met de minpool van het
laadapparaat verbinden.
• De laadapparatuur pas na het aansluiten van de accu inscha-
kelen.
• De laadapparatuur pas na het voltooien van de lading uitscha-
kelen.
• Bij een zuurtemperatuur hoger dan 55 °C, dient de lading on-
derbroken te worden.
• Als de accu heet wordt of uittreedt, moet de lading worden on-
derbroken!
• De accu is volgeladen, als
• bij spanningsgeregelde laadapparatuur, stroom en span-
ning gelijk blijven,
• bij stroomgeregelde laadapparatuur , de laadspanning bin-
nen 2 uur niet meer stijgt, de automatische laadapparatuur
uitschakelt of naar de druppellader overschakelt.
• Tijdens het laden voor een goede ventilatie zorgen (zie EN
50272 en de toelichting ZVEI).
7.0.5 Onderhoud
• Het oppervlak van de accu schoon en droog houden, alleen
met een vochtige of antistatische doek afnemen.
• Polen/aansluitklemmen tegen corrosie beschermen (zoals
beschreven bij punt 7.03)
• Elektrolytstand controleren (markering in of op de behuizing of
op de optische laadindicator op de deksel).
• Indien noodzakelijk gedemineraliseerd of gedestilleerd water
volgens DIN IEC 60933-3 tot de maximale markering voor de
zuurstand vullen (nooit zuren, onzuiverheden of zogenaamde
verbeteringsmiddelen bijvullen).
• Indien een hoog elektrolytverlies wordt geconstateerd, dient
een specialist geraadpleegd te worden.
• Bij onvoldoende startvermogen dient de accu gecontroleerd
te worden en eventueel bijgeladen te worden (zie punt 7.0.4).
7.0.6 Starthulp
• Alleen
gestandaardiseerde
DIN 72553) gebruiken.
• Volg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de startka-
bels op.
• Alleen accu's met eenzelfde nominale spanning gebruiken.
• Motor van het donorvoertuig (1) uitschakelen.
• Startkabel op de pluspool (+) van de donoraccu
pluspool (+) van de ontvangende accu
(+) auto-aansluitpool (zie gebruiksaanwijzing van de auto)
aansluiten. Pas daarna de startkabel op de minuspool (-) van
˜
de donoraccu
en op een stabiele, blanke massa in het ont-
vangende voertuig of aan een negatief (-) extern startpunt
van de auto
aanklemmen (minpool van de ontvangende
accu niet als aansluitpunt gebruiken).
1
12 V
B0001002.cdr
• Ontvangende voertuig (2) starten.
• Is de eerste. De startpoging is mislukt, nu kan VOOR de twee-
de poging om te starten, het donorvoertuig worden gestart.
• Het afklemmen van de startkabel dient in omgekeerde volgor-
de plaats te vinden.
23
7. Accu
startkabels
(bijv.
volgens
en op de
of op een positieve
2
12 V

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Avh 6020Avh 6030Avh 100-20

Inhoudsopgave