3. Bediening
3.5.5 Automatisch afzetten van de motor
Machines zijn met een uit schakelinrichting ter bescherming van
de motor uitgerust. De motor wordt automatisch uitgeschakeld
bij
• te lage oliedruk
• onstabiele smeeroliefilm door
• te hoge olietemperatur
• verkeerde basisviscositeit (te laag)
• olieverdunning door brandstof of water
• geblokkeerde smeeroliefilter
• lekkend olieoverdrukventiel
• lekkages bij leidingen en afdichtingen
• slijtage van oliepompen en lagers
Een te laag olieniveau en een te grote schuinte
hebben tot gevolg dat er lucht bijgemengd wordt
waardoor de viscositeit verlaagd wordt.
Let op
Als de motor wegens onvoldoende smeerolievoorziening afge-
schakeld wordt, moet men het volgende doen :
• De storing zoeken en op laten heffen.
• De handhendel enkele seconden drukken.
• Motor starten.
2)
AVH 5020/5030/6020/6030
2)
3.5.6 Indicatie luchtfilteronderhoud
De motoren zijn met een onderhoudsindicatie voor drogeluchtfil-
ters uitgerust. Als de filterpatroon verontreinigd is, wordt er een
rubberbalg door onderdruk samengetrokken.
In dit geval de motor afzetten en de filterpatroon reinigen, res-
pectievelijk vervangen.
B6599028.cdr
10
B8299027.cdr