14.2 Installeren
14.2.1 Weegbrug installeren
of
of
40
1. Afhankelijk van de uitvoering moeten bij de
opbouw van de weegbruggen volgende
toebehoren aanwezig zijn:
2 oprijdplaten
of
1 oprijdplaat en 1 set voetplaten met aanslag
of 2 sets voetplaten met aanslag.
2. Oprijdplaten en/of voetplaten vóór en achter de
weegbrug op de grond leggen.
3. Weegbrug optillen, met de regelbare poten in de
daarvoor bestemde uitsparing van de oprijdplaten
of van de voetplaten zetten.
4. In het bereik van de plaats van opstelling van de
weegschaal, meer in het bijzonder van de
regelbare poten, moet er op vlakke effenheid en
op een horizontale positie van de voetplaten en
van de oprijdplaten gelet worden. Onbeduidende
hoogteverschillen met behulp van de verstelbare,
regelbare poten compenseren.
5. Oprijdplaten en voetplaten uitlijnen.
6. Positie van de oprijdplaten c.q. voetplaten
markeren, met de pluggen beslist in de grond aan
de boringen vastpennen.
(Voetplaten: telkens 2 pluggen, oprijdplaat: telkens
2 pluggen).
De weegbrug moet met behulp van een waterpas
uitgelijnd worden.
Alle regelbare poten moeten er gelijkmatig op
rusten.
VB/BVBP-BA-nl-0822