10.4 Communicatiemogelijkheden
De omvang en de aard van de gegevensuitvoer dient in het menu SPEC 5 tot 8
ingesteld te worden.
10.4.1 Standaarduitvoer (continu) type A
Gegevens worden continu naar de PC overgedragen.
Gegevensuitvoer van stabiele / onstabiele weegwaarden al naargelang instelling.
Bijkomende informatie, hoe bijvoorbeeld pariteitbit, tarralast, weegschaalnummer c.q.
de karakteristiek kan door middel van het hoger vermelde menu geactiveerd worden.
(instelling: zie hoofdstuk 9.2 ).
10.4.2 Printeruitvoer
Door het indrukken van de toets
worden de gegevens, die in SPEC 6 tot 8
ingesteld zijn, naar de printer gezonden. Toets wordt in SPEC 28 gedeblokkeerd.
10.4.3 Afstandsbedieningcommando's
Met behulp van de afstandsbedieningcommando's worden er commando's door de
PC aan de weegschaal overgedragen (door middel van het seriële interface). Deze
commando's moeten in SPEC 9 gedeblokkeerd worden.
Door het commando „w" worden er actuele gegevens (instellingen in SPEC 6 – 8 )
van de weegschaal via het seriële interface naar de PC gezonden.
Met het commando „t" voert de weegschaal de functie "Tarra" uit. Dit betekent dat de
aangegeven waarde op 0.0 gezet wordt.
36
VB/BVBP-BA-nl-0822