7.5
Eerste inbedrijfstelling
Om bij elektronische weegschalen nauwkeurige weegresultaten te verkrijgen, moeten
de weegschalen hun bedrijfstemperatuur (zie opwarmtijd hoofdstuk 1) bereikt
hebben. De weegschaal moet voor deze opwarmtijd op de stroomvoorziening
(netaansluiting of accu) aangesloten zijn.
De nauwkeurigheid van de weegschaal is afhankelijk van de plaatselijke versnelling
door de zwaartekracht.
Onvoorwaardelijk de in het hoofdstuk "Justering" vermelde instructies in acht nemen.
7.6
Justering
Omdat de waarde van de aardversnelling niet op iedere plaats ter wereld dezelfde is,
moet iedere weegschaal – in overeenstemming met het fysische weegprincipe, dat
daaraan ten grondslag ligt – op de plaats van opstelling op de daar heersende
aardversnelling afgestemd worden (enkel indien de weegschaal niet reeds in de
fabriek op de plaats van installatie gejusteerd werd). Dit justeerprocédé moet bij de
eerste inbedrijfstelling, na iedere wissel van de locatie en ook bij schommelingen van
de omgevingstemperatuur doorgevoerd worden. Om tot nauwkeurige meetwaarden
te komen, is het bovendien aanbevelenswaardig, de weegschaal ook in de
weegmodus periodiek te justeren.
Justering met het aanbevolen justeergewicht (zie hoofdstuk 1 „Technische
gegevens") doorvoeren.
Werkwijze bij de justering:
Opmerking:
Bij geijkte apparaten is de toegang tot de justeerschakelaar
uitsluitend mogelijk nadat het zegelmerk verbroken werd (vooraf
terminal van het platform c.q. statief losschroeven). De ijking wordt
hierdoor ongeldig.
Stabiele omgevingsomstandigheden in acht nemen. Een opwarmtijd (zie hoofdstuk 1)
voor de stabilisatie is noodzakelijk.
VB/BVBP-BA-nl-0822
19