Afb.56
Meetpunten gascombinatieblok
P
3 2
2
7.3.4
De luchttoevoerslang controleren en reinigen
Afb.57
De luchttoevoerslang reinigen
1
7.3.5
Opvangrooster van de luchttoevoer controleren
Afb.58
Opvangrooster
1
7734307 - v.05 - 01102021
P1
AD-3001568-01
2
3
AD-0000535-01
2
AD-3001569-01
1. Stel de ketel in op vollast.
2. Meet de gasvoordruk via het meetpunt P1 op de gasleiding.
Deze gasvoordruk moet minimaal 17 mbar zijn.
3. Controleer de gasvoordruk op het meetpunt 2 van het
gascombinatieblok.
4. Vergelijk de gemeten waarden met de waarden in de tabel.
Tab.75
Minimale waarden gasvoordruk op meetpunt
gascombinatieblok 2
Gas 320 Ace
285
355
430
500
575
650
5. Indien de gemeten waarde lager is dan de minimale waarde, reinig of
vervang dan het gasfilter.
1. Ontkoppel de slang aan de luchtkastzijde door losdraaien van de
bajonetsluiting.
2. Controleer de slang op beschadiging en vervuiling.
3. Verwijder de vervuiling uit de slang met een doek of een zachte
borstel.
4. Vervang de slang als deze defect en/of lek is.
Indien nodig ontoppel de luchttoevoerleiding of het luchttoevoerfilter van
de ketel om toegang te krijgen tot het opvangrooster.
1. Controleer het opvangrooster aan de luchttoevoerzijde visueel op
vervuiling.
2. Verwijder grove vervuiling en maak het rooster schoon met een
stofzuiger of een doek.
Gas 620 Ace
Minimale waarde
(mbar)
570
14
710
13
860
10
1000
10
1150
10
1300
10
7 Onderhoud
61