6 Instellingen
Code
Displaytekst
11
Belastingstest min.
12
Belastingst. CH max
13
Belastingst. SWW max
15
Handm. warmtevraag
16
Vorstbeveiliging
19
Reset w uitgevoerd
21
Gepauzeerd
23
Fabriekstest
200
Apparaatmodus
254
Onbekend
Tab.68
AM014 - substatus
Code
Displaytekst
0
Stand-by
1
AntiCyclus
4
WachtOpStartCond.
10
SluitExtGasKlep
12
SluitRookGasKlep
13
VentiVoorOntluchten
14
WachtOpVrijgaveSign
15
BranderOpComm.NaarSu
17
Voorontsteking
18
Ontsteking
19
VlamControle
20
TussentijdsOntlucht
30
Normaal Int.instelpt
31
Beperkt Int.instelpt
32
NormaleVerm.Controle
33
GradLevel1PowerCtrl
34
GradLevel2PowerCtrl
35
GradLevel3PowerCtrl
36
BeschVlamVerm.regel.
37
StabilisatieTijd
38
KoudeStart
39
ChHervatten
40
SuVerwijderBrander
41
Vent.NaarNaOntlucht.
44
StopVentilator
45
Bep.VermOpTRookGas
48
Verlaagd instelpunt
54
Verklaring
Laaglast-testmodus voor centrale verwarming is actief.
Vollast-testmodus voor centrale verwarming is actief.
Vollast-testmodus voor sanitair warm water is actief.
Handmatige warmtevraag is actief voor centrale verwarming.
Vorstbeveiligingsmodus is actief.
Het toestel wordt gereset.
Het toestel is gestopt. Het moet met de hand worden gestopt.
De fabriekstestmodus is actief.
De servicetool-interface regelt de functies van het apparaat.
De huidige staat van het toestel is niet gedefinieerd.
Verklaring
Het toestel wacht op een proces of actie.
Het toestel wacht om opnieuw te starten, omdat er te veel opeenvolgende
warmtevragen waren (antipendelcyclus).
Het toestel wacht op de temperatuur om te voldoen aan de startvoorwaar
den.
Een externe gasklep wordt geopend als deze optie is verbonden met het
toestel. Een externe optionele print moet worden aangesloten om de klep
aan te drijven.
De rookgasklep opent.
De ventilator loopt sneller om te voorventileren.
Het toestel wacht op de vrijgave-input om te sluiten.
Een branderstartcommando wordt gestuurd aan de veiligheidskern.
Ontsteking start voordat de gasklep opent.
Ontsteking is actief.
De vlamdetectie is actief na de ontsteking.
De ventilator draait om de warmtewisselaar te ventileren na een mislukte
ontsteking.
Het toestel werkt om de gewenste temperatuur te bereiken.
Het toestel werkt om de gewenste interne gereduceerde temperatuur te
bereiken.
Het toestel werkt op het gewenste vermogensniveau.
De modulatie is gestopt als gevolg van een snellere wijziging van de warm
tewisselaartemperatuur dan gradiënt 1.
De modulatie is ingesteld op lage last als gevolg van een snellere wijziging
van de warmtewisselaartemperatuur dan gradiënt 2.
Het apparaat is in de geblokkeerde modus als gevolg van een snellere wij
ziging van de warmtewisselaartemperatuur dan gradiënt 3.
Het brandervermogen is verhoogd als gevolg van een laag ionisatiesig
naal.
Het apparaat is in stabilisatietijd. Temperaturen moeten stabiliseren en
temperatuurbeveiligingen worden uitgeschakeld.
Het apparaat loopt op startlast om lawaai bij de koude start te voorkomen.
Het apparaat hervat de centrale verwarming na een onderbreking van het
sanitair warm water.
De brandervraag wordt verwijderd van de veiligheidskern.
De ventilator draait om de warmtewisselaar te ventileren nadat het appa
raat is gestopt.
De ventilator is gestopt.
Het vermogen van het apparaat wordt verminderd om de rookgastempera
tuur te verlagen.
De gewenste aanvoertemperatuur wordt verlaagd om de warmtewisselaar
te beschermen.
7734307 - v.05 - 01102021