4 Installateursinstructies
Afb.21
Versie-informatie
A
11:20
...
.....
.... ......
: .... ...... ....
............
................
..... ... ....... .... .. ..... ....
B
....... .... .. ..... ....
....... ...........
..... ... ....... ....
..... ... ....... ....
........ .......
4.5.4
Handmatige ontluchting
4.6
Instellingen opnieuw instellen of herstellen
4.6.1
De configuratienummers CN1 en CN2 opnieuw instellen
18
..............
.........
.......
...
......
.....
.....
AD-3000936-02
U kunt uw toestel handmatig ontluchten.
De configuratienummers moeten opnieuw worden ingesteld als een
storingsmelding wordt weergegeven of als de besturingseenheid is
vervangen. De configuratienummers zijn te vinden op de typeplaat van het
toestel.
3. Selecteer het apparaat, het schakelpaneel of een ander apparaat dat
u wilt bekijken.
A Selecteer het apparaat of het schakelpaneel
B Lijst van informatie
4. Selecteer de informatie die u wilt bekijken.
> Inbedrijfstellingsmenu > Ontluchtingsprogramma
Gebruik de draaiknop om te selecteren.
Gebruik de toets
om de selectie te bevestigen.
1. Druk op de toets
.
2. Selecteer Inbedrijfstellingsmenu.
3. Selecteer Ontluchtingsprogramma.
Het menu voor ontluchting verschijnt.
4. Volg de instructies op het display.
Houd toets
ingedrukt om de procedure af te breken.
Belangrijk
Alle aangepaste instellingen worden gewist als de
configuratienummers worden gereset. Afhankelijk van het toestel
kunnen er parameters zijn die in de fabriek zijn ingesteld zodat
bepaalde accessoires kunnen worden gebruikt.
Gebruik de opgeslagen instellingen voor inbedrijfstelling om
deze instellingen na de reset te herstellen.
Als er geen instellingen voor inbedrijfstelling zijn opgeslagen,
schrijf dan de aangepaste instellingen op voor de reset. Neem
ook alle parameters van de accessoires op.
> Geavanceerd servicemenu > Stel configuratienummers in
Gebruik de draaiknop om te selecteren.
Gebruik de toets
om de selectie te bevestigen.
7734307 - v.05 - 01102021