Elektrische aansluiting
6.5 Hulpstroomkring aansluiten
6.4.12
Aansluitwerken afsluiten
1. Controleer vóór het sluiten van elke aansluitkast of:
2. Sluit de aansluitkast met de bevestigingsschroeven van het deksel, zie hoofdstuk
6.5
Hulpstroomkring aansluiten
6.5.1
Kabel selecteren
Houd bij de keuze van de aansluitleidingen voor de hulpstroomkringen rekening met de
volgende criteria:
● Nominale stroomsterkte
● Nominale spanning
● Installatiegebonden voorwaarden, zoals de omgevingstemperatuur, het installatietype,
● Vereisten volgens IEC/EN 60204‑1
6.5.2
Kabel in de hulpaansluitkast aanbrengen en installeren
De benodigde gegevens voor het aansluiten van de hulpstroomkring vindt u op het
klemmenschema aan de binnenzijde van het deksel van de huidige (hulp)aansluitkast.
● Voor het aansluiten van de hulpstroomkring is eventueel een aansluitlijst in de
● De noodzakelijke isoleerlengte bij geleiders voor hulpklemmen ligt volgens het klemtype in
78
– de elektrische aansluitingen in de aansluitkast goed zijn aangetrokken en volgens de
gegevens in de voorafgaande paragrafen zijn uitgevoerd.
Verwijderen niet gebruikte schroeven en bevestigingselementen.
– de machine volgens de voorgeschreven draairichting is aangesloten.
– Het binnenste gedeelte van de kast schoon is en er geen leidingresten, vuil en vreemde
voorwerpen aanwezig zijn.
– alle afdichtingen en afdichtingsvlakken van de aansluitkast volgens de voorschriften zijn
geconfigureerd.
– Ongebruikte invoeren zijn afgesloten en de afsluitelementen zijn stevig vastgeschroefd,
d.w.z. alleen met werktuig te lossen.
– De aansluitkabels vrij liggend zijn aangebracht. De leidingisolatie kan in het bedrijf niet
worden beschadigd.
Aanhaalmomenten van schroefverbindingen. (Pagina 137)
kabeldiameter bepaald door de benodigde kabellengte, enzovoort.
hoofdaansluitkast ingebouwd.
het bereik van 6 tot 9 mm. Bij een juiste lengte komt de geleider tot aan de aanslag in de
klem en de geleiderisolatie komt gelijktijdig tot aan het contactdeel van de klem.
SIMOTICS TN Series N-compact 1PP8
Bedieningshandleiding 11/2018