Als de PIN-code is gewijzigd, wordt op het display heel
PIN-code gewijzigd weergegeven. Maak
kort de melding
een notitie van de nieuwe PIN-code op de aangegeven
regel in Aantekeningen. Zie
3.14.2 Tuindekking
Via dit menu kan de robotmaaier naar afgelegen delen
van een werkgebied worden geleid. In complexe tuinen
waarin bijvoorbeeld veel gebieden zijn verbonden via
smalle doorgangen, kan het maairesultaat sterk worden
verbeterd door het wijzigen van instellingen.
Let op: De functie tuindekking wordt ingeschakeld na
een geslaagde kalibratie van de begeleiding. Zie
Kalibratie begeleidingsdraad op pagina 22 .
Er kunnen maximaal 3 afgelegen gebieden worden
ingesteld. Selecteer een gebied met behulp van de
pijltoetsen naar links en rechts gevolgd door OK.
Gebied 1
Er zijn een aantal unieke selecties nodig om de
robotmaaier toe te staan om de afgelegen zone te
bereiken.
Tuindekking
Gebied 1, 2 of 3
Op basis van de fabrieksinstellingen kan de robotmaaier
de begeleidingsdraad over een lengte van 99 meter
volgen in 20% van de gevallen dat de robotmaaier het
laadstation verlaat. Als de begeleidingsdraad in
werkelijkheid korter is dan 99 m, zal de robotmaaier hem
volgen tot het punt waar de begeleidingsdraad is
aangesloten op de begrenzingsdraad.
3.14.2.1 Area 1, 2 or 3 > Hoe?
De robotmaaier gebruikt de begeleidingsdraad om
gebied 1, 2 of 3 te bereiken. Als alle gebieden worden
28 - Installatie
Inleiding op pagina 3 .
Gebied 3
Gebied 2
Hoe?
Hoe ver?
Hoe vaak?
Uitschakelen
Meer
gebruikt, is het dus belangrijk om te overwegen wat de
optimale plaats is voor het laadstation. De
begeleidingsdraad moet door alle gebieden lopen en
mag tegelijkertijd niet de maximale lengte van de
begeleidingsdraad overschrijden.
3.14.2.2 Area 1, 2 or 3 > Hoe ver?
De robotmaaier stopt met het volgen van de
begeleidingsdraad en begint op een bepaalde afstand
van het laadstation te maaien. Er kunnen maximaal 3
verschillende afstanden worden ingesteld.
Test ( Area 1, 2 or 3 > Meer >
Tip! Bepaal via de functie
Test ) hoe groot de afstand tot het gebied is. De afstand
in meters wordt weergegeven op het display van de
maaier wanneer STOP is ingedrukt. Zie
een afgelegen gebied meten op pagina 29 . De
gemeten afstand getoond in het display kan direct
worden opgeslagen naar het geselecteerde afgelegen
gebied. De actuele waarde wordt overschreven door de
nieuwe gemeten afstand.
3.14.2.3 Area 1, 2 or 3 > Hoe vaak?
Het aantal keren dat de robotmaaier naar de afgelegen
zone moet worden geleid, wordt ingesteld als een
percentage van het totale aantal keren dat hij het
laadstation verlaat. Alle andere keren begint de
robotmaaier te maaien bij het laadstation.
Selecteer het percentage dat overeenkomt met de
omvang van de afgelegen zone ten opzichte van het
totale werkoppervlak. Wanneer de afgelegen zone
bijvoorbeeld de helft van het totale werkoppervlak
bestrijkt, selecteert u 50%. Als de afgelegen zone
kleiner is, voert u een lager getal in. Wanneer er
meerdere zones zijn, moet u erom denken dat het totaal
nooit hoger kan zijn dan 100%. Zie de voorbeelden in
Voorbeelden van indelingen van tuinen op pagina 34 .
De afstand tot
? m / ft.
367 - 004 - 16.02.2018